dienaar van de wet 1.0
iemand die de wet handhaaft; gerechtsdienaar
Algemene voorbeelden
"Jullie moeten hier helemaal niets!" onderbrak mevrouw Chantal hem grof. "Hoepelt op, vooruit!" "Maar mevrouw!" protesteerde de dienaar van de wet ontzet. "Ik heb het recht je de toegang tot dit huis te ontzeggen, tenzij je me een officieel uitgeschreven bevel tot huiszoeking kunt voorleggen. Toon me die legitimatie, commandant!"
Officieren van jusitite zijn in het hedendaage rechtsbedrijf niet zozeer dienaren van de wet alswel danig op het experiment gestelde, hyperambitieuze crime-fighters, die keer op keer de grenzen van de rechtsstaat verkennen.