doenvermogen 1.0
(politiek en bestuur; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Doenvermogen…
is een vermogen
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] vermogen om te 'doen', tot handelen over te gaan
- [Wijze] wordt vooral in de praktijk gebracht door ideeën en plannen om te zetten in daden en deze bezighouden vol te houden, ook in geval van stress en tegenslag
- [Belanghebbende of begunstigde] wordt wenselijk geacht voor iederen, ongeacht opleidingsniveau
- [Betrokkene] wordt door de overheid als een zeer belangrijk vermogen gezien
Algemene voorbeelden
Doenvermogen gaat ook over menselijke capaciteiten in bepaalde situaties, zoals bij het overlijden van een partner of een echtscheiding. Dan kunnen mensen tijdelijk niet in staat zijn om op de juiste wijze om te gaan met vragen of procedures. En menselijke maat geldt voor alle burgers, ongeacht hun doenvermogen.
Om zelfredzaam te zijn moet je als burger een plan kunnen maken, in actie kunnen komen, volhouden en om kunnen gaan met verleidingen en tegenslag. Dat doenvermogen is niet bij iedereen toereikend, zeker niet in stressvolle situaties. Bij verschillen in het doenvermogen is geen strikte scheidslijn te trekken tussen bijvoorbeeld hoog- en laagopgeleiden. Het gaat vaak om karaktereigenschappen die deels erfelijk zijn.
Het hele overheidsdenken is tot nu toe gebaseerd op de aanname dat de burger de wet dient te kennen en zich daarnaar gedraagt. De praktijk is echter anders. Het doenvermogen van burgers kan zomaar onder druk komen als er iets aan de hand is. Vooral wanneer stressgevoelige momenten aan de orde zijn - het krijgen van een kind, ontslag of verlies van een geliefde - neemt het handelend vermogen van mensen af. Dat geldt voor de meerderheid van burgers, ongeacht de opleiding.
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Etymologie
| Aard herkomst | inheems woord |
|---|---|
| Vroegste datering | 2017 |
| Bijzonderheden | Het woord doenvermogen kwam voor het eerst voor in het Nederlandse rapport 'Weten is nog geen Doen' van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). |