drukpersvrijheid 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Drukpersvrijheid…
is een recht
- [Geheel] behoort tot de grondwettelijke, democratische rechten
- [Functie] dient om de vrijheid van meningsuiting te garanderen
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is onderworpen aan juridische beperkingen ter voorkoming van misbruik dat morele of materiële schade bij anderen veroorzaakt
- [Onstoffelijke inhoud] heeft betrekking op de ongecensureerde kennisgeving van een mening, zowel in gedrukte vorm als in daarmee vergelijkbare reproductiewijzen
Algemene voorbeelden
De vrijheid van drukpers kan omschreven worden als het recht van eenieder om zijn mening kenbaar te maken d.m.v. (gedrukte) geschriften die onder het publiek worden verspreid. Het onmiskenbare belang van de drukpersvrijheid, als onderdeel van de meer algemene persvrijheid, wordt geschraagd door een drietal redenen: het ontdekken van de waarheid, het aanscherpen en ontwikkelen van de argumentatie- en beoordelingsvaardigheid van het individu en tenslotte het functioneren van de democratie zelf.
De Nederlandse grondwet verbiedt censuur, maar het desbetreffende artikel doet dat op drie verschillende manieren. Lid 1 van artikel 7 verbiedt voor de drukpersvrijheid elk voorafgaand verlof, lid 2 zegt dat er geen voorafgaand toezicht is op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending en in lid 3 wordt voor het openbaar maken van gedachten en gevoelens door andere middelen dan pers en omroep voorafgaand 'verlof wegens de inhoud' verboden.
De vrijheid van drukpers wordt vooreerst wettelijk gewaarborgd door art. 25, lid 1 G.W.: "De drukpers is vrij; de censuur kan nooit worden ingevoerd; geen borgstelling kan worden geëist van de schrijvers, uitgevers of drukkers." Dit is het algemene principe van de drukpersvrijheid. In België is het uitgeven van kranten, tijdschriften en boeken vrij. Evenwel, zoals het gezond is dat een land zich verzet tegen censuur in de pers, is het even gezond dat de pers van deze vrijheid geen misbruik mag maken om zo morele of materiële schade te berokkenen.
Zomaar eisen dat kranten en tijdschriften hun berichtgeving over MP3's zouden staken valt niet te verzoenen met het recht op vrijheid van meningsuiting en de drukpersvrijheid, grondrechten die worden gewaarborgd door de artikelen 19 en 25 GW en artikel 10, §1 EVRM.