eclair


eclair 1.0

afbeelding

Bron: Azh7
( Publiek domein )

((vooral) in België)

zacht, langwerpig en hol gebakje met een laagje chocolade of glazuur en een vulling van banketbakkersroom of slagroom; langwerpige soes met banketbakkersroom of slagroom

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een eclair…

is een gebakje; is een lekkernij; is voedsel

  • [Smaak] smaakt zoet
  • [Uiterlijk] is een hol gebakje met vulling en een laagje chocolade of glazuur
  • [Vorm] is langwerpig
  • [Samenstelling] bestaat uit twee laagjes zacht gebak, waarvan het bovenste laagje bedekt is met chocolade of glazuur; is gevuld met banketbakkersroom, slagroom, vla of crema catalana
  • [Functie] is een lekkernij; is gebak
  • [Plaats] wordt in patisserieën nog ambachtelijk gemaakt

Algemene voorbeelden


Twee eclairs, één met een chocoladelaag en één met een glazuurlaag

http://nl.wikipedia.org/wiki/Eclair

De eclair wordt gemaakt van kookdeeg.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Eclair

In de patisserie aan de overkant at Louis een stuk chocoladetaart, tante Nora drie éclairs.

Het verdriet van België, Hugo Claus,

In de etalage van de bakkerij waar jaren geleden torentjes gebakjes en bruinkorstige luchtige pistolets en chocoladetaart en éclairs en nonnescheetjes en boterkoeken en speculaas uitpuilden, stond een dwergpalm.

Het verdriet van België, Hugo Claus,

Tante Nora keek naar haar polshorloge en bestelde nog twee éclairs.

Het verdriet van België, Hugo Claus,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen