een appeltje te schillen hebben met iemand 1.0
((vooral) in Nederland)
iets met iemand te vereffenen hebben; nog een onaangename kwestie met iemand te bespreken
hebben
Algemene voorbeelden
Keren wij terug naar de criticus. Wijd verbreid is de veronderstelling dat hij bij een ongunstige bespreking wel een appeltje te schillen zal hebben gehad met de schrijver.