febr. 1.0
((vooral) geschreven taal)
Algemene voorbeelden
Deze cijfers publiceren de onderzoekers dr. L. Lumey van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam en dr. F. van Poppel van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut in het tijdschrift DEMOS (febr. 1995).
Vaak wordt aan je gevraagd: "Wat doe je met de feestdagen?" Is je antwoord dan: "Ik ben thuis, doe niets geen bijzonders, draai mijn eigen patroon, doe waar ik zin in heb [...]. Ik heb het altijd al druk in mijn baan." Dan is het resultaat: "O, maar dan ben je haast steeds alléén. Kom maar bij ons." Als dan jouw antwoord is:" Maar 20 dec., 2 jan. en 10 febr., enfin alle overige dagen ben ik óók alleen en dan is het géén probleem voor jullie, dat ik alleen zit!" staan ze je raar aan te kijken.
Het rapport van de commissie-Vonhoff ('Men weegt Kaneel bij 't lood'; WO 16 febr.) stemt mij treurig.
Op het feest van Allerheiligen (1 nov.), van de H. Johannes de Doper (24 juni), van de H. Johannes de evangelist (27 dec.), van St. Petrus' Stoel (22 febr.) en van de Bekering van de H. Paulus (25 jan.) is ook de kleur wit, de kleur van de liturgie.
De bekende [...] historicus Arnulf Bahring [...] ziet als motief voor wat in de DDR een "anglo-amerikanisches Terrorbombardement" heette niet meer dan "blinde haat" en wraakzucht. Dat schreef hij in elk geval in het blad Welt am Sonntag (5 febr. jongstleden).
Sinds febr. dit jaar ga ik een keer in de week sporten.
De cursusdata zijn: 26 jan., 9 febr., 2 en 16 maart van 20.00 tot 22.00 uur.
Ben Akkerman in het Stedelijk Museum, Amsterdam. Van 9 febr. t/m 26 maart.