fietsclub 1.0
hobbyclub van fietsliefhebbers; groep mensen met als hobby het gezamenlijk maken van
fietstochten
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een fietsclub…
is een club
- [Leden] bestaat uit mensen met als hobby het gezamenlijk maken van fietstochten
Algemene voorbeelden
Uiteraard zijn er ook nog de toeristische diensten van stad, provincie of land die soms fietsarrangementen aanbieden, evenals fietsclubs en allerlei vzw's, die we hier niet kunnen opsommen.
Het gaat dan veelal om vrouwen die lid zijn van een wandel- of fietsclub die regelmatig moeten plassen als er geen toilet in de buurt is.
De fietsclub heeft ervaring in het uitzetten van een parcours.
De andere meiden van de fietsclub wonen verspreid door het land en hebben het te druk om buiten de verjaardagen en de maandelijkse fietszondagen af te spreken.