fietsenmaker 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een fietsenmaker…
is een persoon
- [Plaats] werkt in een werkplaats; heeft vaak een winkel
- [Activiteit of handeling] maakt, herstelt en verkoopt fietsen
- [Middel] gebruikt moersleutels, smeerolie, plakmateriaal voor banden, bandenlichters
- [Organisatie en organisatiewijze] werkt meestal alleen als kleine zelfstandige
Algemene voorbeelden
in de werkwinkel van mijn vader , in de smidse waar de blaasbalg een cycloon van vonken uit het kolenvuur de zwarte schoorsteenkap injoeg en de witgloeiende ijzerstaven stomend en sissend afkoelden in de waterbak , in de werkplaats van de fietsenmaker waar de plaatselijke coureurs in plusfourbroeken hun machines van nieuwe tandwielen en dérailleurs kwamen voorzien en waar overal geheimzinnige stukken materieel rondslingerden , in al deze plaatsen met hun eigen sfeer en geur stonden mijn vriendjes en ik met open mond te luisteren naar de mannen die de wapenfeiten uit de wielerwereld dik in de verf zetten terwijl ze af en toe een klodder bruin tabaksspeeksel tussen de benen mikten .
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
fietsenmaker 1.1
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een fietsenmaker…
is een bedrijf; is een organisatie
Algemene voorbeelden
Volgens een woordvoerder van de fietsenmaker Accell Group kost de chip 'niet meer dan een paar euro' en leidt de toevoeging niet tot een prijsverhoging voor de consument.
fietsenmaker 1.2
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een fietsenmaker…
is een ruimte
Algemene voorbeelden
Onder in het architectonisch geslaagde gebouwtje, bevindt zich een fietsenmaker en een cafétaria, terwijl de resterende ruimte in beslag wordt genomen door een tweetal woningen.