flapoor


flapoor 1.0

oorschelp die van het hoofd afstaat; oor dat van het hoofd afstaat; van het hoofd afstaand oor

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een flapoor…

is een oor; is een lichaamsdeel

      Algemene voorbeelden


      Afstaande oren, ook vaak flaporen genoemd, komen veel voor. Ze zijn het gevolg van een aangeboren misvorming van het kraakbeenskelet van de oorschelp. De correctie van de afstaande oren heeft een blijvend karakter. Er komt een litteken achter het oor.

      http://www.nvpc.nl/pt/index.htm

      Eva De Wilde schreef voor deze reeks twee verhalen die kinderen al na ongeveer vier weken onderwijs kunnen lezen. In Mijn oor doet flap heeft Bas de flaporen van zijn vader geërfd. Wat moet hij ermee? Toch maar laten opereren zoals zijn moeder voorstelt of ermee leren leven zoals zijn vader doet?

      De Standaard,

      Combinatiemogelijkheden


      als object bij een werkwoord


      • flaporen hebben

      Vandaag heeft een model 'karakter' als ze flaporen, een spleetje tussen de tanden, piekhaar of een scheve neus heeft. In de jaren tachtig van Cindy Crawford waren dergelijke schoonheidsfoutjes ondenkbaar.

      http://194.78.177.67/weekend/column.htm,

      'Nou nou, Yasmine, schatje,' zei Alma, 'je zusje is bij lange geen lelijk meisje. Oké, ze heeft die flaporen maar daar valt tegenwoordig gerust iets aan te doen.' 'Zou je 't denken, Alma, baby? Wat valt daar dan aan te doen?'

      Uitgeverij Guggenheimer, Herman Brusselmans,

      met adjectief ervoor


      • een groot flapoor
      • zijn grote rode flapoor
      • grote flaporen

      Hij was naast Lodewijk gaan zitten en trok ineens zijn haar achteruit, zodat een groot flapoor zichtbaar werd. Aadje lachte bevrijd. Tommie liet het haar los en Lodewijk at door, alsof er niets aan de hand was.

      Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel, Yvonne Keuls,

      Het liep tegen het middaguur toen veldwachter Bonkjes zijn dienstfiets tegen een boom parkeerde op het erf van de verafgelegen hoeve van de familie Kneupma. Hij maakte juist aanstalten om aan te kloppen toen zijn grote rode flapoor werd getroffen door knorrende geluiden die uit de richting van de schuur kwamen.

      De familie Kneupma, Remco Campert,

      Een lange slungel met smalle schouders en dunne polsen en een ontevreden gezicht. Hij had grote flaporen en keek door een dikke bril.

      De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      flapoor 1.1

      oor dat van de kop afstaat of afhangt; van de kop afstaand of afhangend oor

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Een flapoor…

      is een deel

      • [Geheel] is een deel van een dier
      • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] hangt van de kop af

        Algemene voorbeelden


        Langs de hand met het druipende mes gleed mijn blik door de half geblokkeerde deuropening de binnenplaats op. Twee ontzielde geiten, opgehangen aan een stok, verklaarden het mes. De half afgesneden kopjes met grappige, fluwelen flaporen bungelden losjes boven de grond. Een tweede man keek nieuwsgierig op van zijn slagersarbeid.

        NRC,

        Plotseling echter zag ik beweging in de donkere ogen en in de driehoekige flaporen en in de over de rug gekrulde staart ... Vooraleer ik besefte dat het beest een heuse hond was, had mijn eega hem al in de armen genomen en was ze de schoonheid en de braafheid van dat luxeschepsel aan het bezingen. "Het is een maltezer", zei mijn nichtje trots.

        De Standaard,

        Combinatiemogelijkheden


        met adjectief ervoor


        • lange flaporen

        In een stand geeft een jonge schapenliefhebber uit Utrecht informatie weg over het 'Suffolkschaap'. Dit schaap met de kenmerkende zwarte kop en poten en lange flaporen, is volgens de stamboekcatalogus 'bijzonder geschikt voor de hobbyfokker, wegens de natuurlijke sterkte de melkrijkheid en het gemakkelijke aflammeren'.

        Meppeler Courant,

        in voorzetselgroep


        • met lange flaporen

        Een onvervalst Zuid-Amerikaans landschap van rode rotsen en cactussen, met hier en daar grappige geitjes met lange flaporen.

        http://www.wereldvlinders.be/diary/diary-full.html

        Woordfamilie


        Als deel van een afleiding


        flapoor 2.0

        iemand die van het hoofd afstaande oorschelpen heeft; iemand die van het hoofd afstaande oren heeft; iemand met van het hoofd afstaande oren; iemand met een of twee flaporen

        Betekenisbetrekking


        metonymie
        Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

        Semagram (extra betekenisinformatie)


        Een flapoor…

        is een persoon

        • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft een of twee flaporen

          Algemene voorbeelden


          Mijn broer Jack kwam toe in zijn bestelwagen, joyeus, met witbespatte ladders op het imperiaal. Verf en borstels haalde hij uit de koffer. 'Dag flapoor, dag magere lat en zie hier sproetenkop,' zei hij tegen Vincent voor wie hij snoep mee had.

          Acacialaan, Koen Peeters,

          Theater en dans zijn nooit eenduidig. Op hun best zijn ze als een lang gesprek met een goede vriend, waarin alles wat gezegd wordt en wat verzwegen blijft er toe doet. U ziet bijvoorbeeld een lange slampamper met stapels borden over het podium benen, langs twee met veren beplakte figuren. Of u ziet een even lange flapoor, die wordt gekoeioneerd met emmers water.

          https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010866611:mpeg21:a0199,

          Woordfamilie


          Als deel van een afleiding