fut.


fut. 1.0

(taal en taalkunde; (vooral) geschreven taal)

(Latijn) futurum, toekomende tijd

Algemene voorbeelden


De infinitivus van het futurum van esse is futurus esse: te zullen zijn. Van posse bestaat geen inf. fut.

http://www.koxkollum.nl/cursus/cursuslat39.htm

Futurum atticum medium. De verba liquida (stam op -m,- l, -n, -r) hebben een fut. op -ew! (als poiew!).

http://www.wiebekoo.nl/kt/grieks/lessen/basiskennis/fut_atticum_med.htm

1. Geef de act. ind. fut. simpl. 3 enk. van monere; 2. Geef de act. ind. fut. simpl. 2 mv. van esse; 3. Geef de act. ind. fut. simpl. 1 enk. van tegere.

http://www.bimsem.com/latijnict/bijscholing/werkwoorden/ww.oef14.htm

Fut. Ind. portātūrus erō, Ik zal gaan dragen. Perf. Ind. portātūrus fuī, Ik ben gaan dragen. Plup. Ind. portātūrus fueram, Ik was gaan dragen. Fut. Perf. Ind. portātūrus fuerō, Ik zal gaan zijn dragen.

http://www.worldlingo.com/ma/enwiki/nl/Latin_conjugation

Genhsomai = ik zal worden; (ik zal gebeuren); ik zal geboren worden {Fut.}.

http://www.woordjesleren.nl/questions.php?chapter=65944