gehandschoend


gehandschoend 1.0

voorzien van een handschoen of handschoenen; omhuld met een handschoen of handschoenen; met een handschoen of handschoenen

Algemene voorbeelden


In de vakantie reed oom ons gehandschoend naar zee, waar de familie een strandhut huurde.

De lange geboorte, Lut Ureel,

Hij probeerde om de blijheid die van z'n zoon, en bijwijlen z'n vrouw, afdroop, te vangen. Een soort douche waaronder hij graag pauzeerde. Hand in hand. Die van Tabor gehandschoend.

Het klokhuis van een zondag, Stefan Boonen,

"We beschouwen Lisa Marie Presley als de prinses van het Presleyterianisme en ze was behekst, werd lastiggevallen en misleid door het Gehandschoende Kwaad", zegt Mort Farndu, een van de oprichters van de Eerste Presleyteriaanse Kerk van Elvis de Goddelijke.

De Standaard,

Combinatiemogelijkheden


met substantief


  • een gehandschoende hand
  • een gehandschoend handje
  • een gehandschoende handpalm
  • een gehandschoende rechterhand

Hij stak zijn hand uit naar de gehandschoende hand van een vrouw.

Emmeke, Jan Lampo,

Voor ze besefte wat ze deed, stak ze hem haar gehandschoende handje toe.

De nymfentrein en andere verhalen, Herman Pieter de Boer,

'Weet jij dan niet, jongetje, dat 't streng verboden is om in gebombardeerde huizen te komen?' de agent met de gummiknuppel sloeg dreigend met het wapen in zijn gehandschoende handpalm.

De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, Jan Cremer,

De dame legde haar gehandschoende hand op de pot en bracht haar gezicht naar het etiket.

Het damesorkest en andere stadsverhalen, Herman Pieter de Boer,

Er deinde plotseling een lichte opschudding door de winkel, een opgewekte verrassing, maar de vrouw legde een vinger van haar gehandschoende rechterhand op haar lippen en iedereen bedaarde.

Sluitertijd, Erwin Mortier,

  • gehandschoende handen
  • gehandschoende handjes

Iemand hield de zuigeling Bobby in de lucht, met gehandschoende handen onder de kinderoksels.

Het licht van vroeger dagen, Arthur C. Clarke & Stephen Baxter,

Hij zat rillend en in elkaar gedoken op zijn bed te wachten, zijn gehandschoende handen onder zijn armen geklemd.

De wolvenlus, Nicholas Evans,

O, daar heb je Adriënne met nog steeds die duikers die haar ronddragen maar dat zal niet lang meer duren want ze wordt ongelooflijk topzwaar met dat uitdijende, lillende lichaam van haar, waarmee ze - wat krijgen we nou? wat doet ze? - waarmee ze zich losrukt uit de gehandschoende handjes van de duikers en waarmee ze zich - Jezus! - richting camera begeeft.

De houdgreep, Joost Zwagerman,

Uitgelaten holde Hitlers duitse herder de treden af, Blondi, jankend van vreugde legde zij haar voorpoten tegen zijn koppel, waarop hij haar kop tussen zijn gehandschoende handen nam en even zijn lippen er op drukte.

Siegfried, Harry Mulisch,

  • gehandschoende poten

Uit de tweede lade van de kast haalden de gehandschoende poten van De Meeuw een kanjer van een kartonnen map, die met rode lintjes was dichtgebonden.

Uitgeverij Guggenheimer, Herman Brusselmans,

  • een gehandschoende duim
  • een gehandschoende vinger
  • een gehandschoende wijsvinger

Zo zie ik voor mijn geestesoog meteen een wit gehandschoende duim en wijsvinger verschijnen, waartussen het kaartje.

NRC,

Toen prikte hij een gehandschoende vinger in de lucht van let maar eens op.

Het damesorkest en andere stadsverhalen, Herman Pieter de Boer,

Bij de struiken staat hij stil, duwt met een gehandschoende vinger wat takken opzij.

Een weekend in Oostende, Willem Brakman,

Ik stak mijn gehandschoende vinger diep in haar. Ze slaakte een kreetje. 'Ik zal u onderzoeken, mevrouw Vasquez, ik wil zeker weten dat u gezond bent.'

Gstaad 95-98, Marek van der Jagt,

Anton stond weer in het wachtlokaal en zag een gehandschoende wijsvinger op zich gericht.

De aanslag, Harry Mulisch,

  • gehandschoende vingers

Gehandschoende vingers haakten zich aan het raam vast, probeerden het naar beneden te duwen.

De kinderen van Arthur, Kristien Hemmerechts,

  • een gehandschoende vuist

Wie ontsnappen wilde kreeg een gehandschoende vuist in het gezicht en werd tegen de grond gebeukt.

De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, Jan Cremer,

  • gehandschoende vuisten

Daarnaast, in schril contrast, lag een heftig huilende reuzenbaby die met zijn gehandschoende vuisten tegen de wanden van de couveuse bonkte, waarin hij zich door zijn grootte nauwelijks naar voren of achteren kon bewegen, evenmin naar links of rechts – een volgroeid vogeljong in een ei dat elk ogenblik kon barsten.

Arend, Stefan Brijs,

met bijwoord


  • zwaar gehandschoend

Ze proberen elkaar de hand te schudden, buigen ervoor door de knieën, maar het wil maar niet lukken, misschien doordat ze zo zwaar gehandschoend zijn.

NRC,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen