geldwolf


geldwolf 1.0

iemand met een zo grote hang naar geld dat hij geen enkel middel schuwt om het binnen te halen; iemand die erop uit is om uit alles zo veel mogelijk geld te slaan

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een geldwolf…

is een persoon

  • [Gedrag] probeert uit alles wat hij doet zo veel mogelijk geld te slaan
  • [Middel] gebruikt alle middelen, zowel ethische als onethische, om zijn doel te bereiken

    Algemene voorbeelden


    Ook Dennis' vriendschap bleek al jaren te worden misbruikt door deze haaien, geldwolven wier hart de vorm had aangenomen van een portemonnee.

    Het blije lijden, Alex Rosseels,

    Zo wordt manager Michael Jeffreys niet langer uitsluitend afgeschilderd als een doortrapte geldwolf, maar komen ook zijn kwaliteiten als sterrenmaker aan bod.

    NRC,

    Anstadt bestaat het alle schuld van Hilversums falen op het bord van derden te deponeren: de verfoeilijke geldwolven van het kapitalisme, het falend regeringsbeleid dat de Hilversumse cultuurdienaars niet uit de wind van de Luxemburgse barbaren heeft weten te houden en alle "modieuze criticasters" die het wagen bij Anstadts heilige Gooise koe enkele vraagtekens te plaatsen.

    NRC,

    'Wat is er gebeurd?' Hij haalde zijn schouders op. 'Daar ben ik nog niet helemaal uit. Ik denk dat Van Bruaene mij bedrogen heeft. Maar dat is niks, vergeleken met zijn ideeën over kunst.' 'Ik dacht dat gij zo goed overeenkwaamt?' 'In het begin, ja. Maar het is een geldwolf - elk verkocht, of beter: elk verkoopbaar schilderij is een goed schilderij. De rest telt niet.'

    Emmeke, Jan Lampo,

    Deze meedogenloze carrièrejager, deze gepatenteerde rokkenjager, geldwolf eerste klas, heeft een aura van ongenaakbaarheid en zuiverheid over zich heen gekregen.

    Scènes op het werk, Paul Desmedt,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding