gisteravond


gisteravond 1.0

(Voor de woordvorming vergelijk Algemene Nederlandse Spraakkunst 2.6.2.5.)

op de avond van de vorige dag; op de avond van gisteren

Algemene voorbeelden


Meerdere malen per dag loopt het hoofd me om van alle informatie. Zo zat ik gisteravond - of was het eergisteren? - tegelijkertijd naar een kunstprogramma te luisteren, de krant te lezen en nog en passant te eten ook.

de Volkskrant,

Minister Netelenbos wacht de ontwikkelingen af en sprak gisteravond de hoop uit dat de partijen er vandaag alsnog uit zullen komen.

De Telegraaf,

Gisteravond bogen de onderhandelaars zich over maatregelen, bovenop de goedgekeurde lastenverlaging, om oudere werknemers langer aan het werk te houden of opnieuw aan een betrekking te helpen.

De Standaard,