gisternacht 1.0
(Voor de woordvorming vergelijk Algemene Nederlandse Spraakkunst 2.6.2.5.)
Algemene voorbeelden
Er is afgelopen nacht op grotere schaal gestrooid dan gisternacht. De vochtige lucht/buien van gisteravond hebben ervoor gezorgd dat autoruiten flink onder het ijs zitten.
Ik [...] heb zo erg gruwelijk weinig geslapen deze week… Vannacht was het 3,5 uur [...], gisternacht 4 uur met tussenpozen, eergisternacht alleen maar woelen. Dat schiet natuurlijk niet op.
'Hoe laat ben jij gisternacht thuisgekomen?' 'Twaalf uur. Misschien iets later.'
Een definitief oordeel kan ik natuurlijk nog niet geven, al heb ik tot twee uur gisternacht gelezen; ik vraag me trouwens af of ik ooit tot een definitief oordeel zal komen.
Om 2 uur gisternacht kwam de politie zeggen dat ze door konden rijden want de blokkades waren opgeheven.