gisternacht


gisternacht 1.0

(Voor de woordvorming vergelijk Algemene Nederlandse Spraakkunst 2.6.2.5.)

in de nacht van de vorige dag; in de nacht van gisteren; in de nacht voorafgaand aan de voorbije nacht
Wordt soms verward met de begrippen afgelopen nacht, de voorbije nacht, vannacht.

Algemene voorbeelden


Er is afgelopen nacht op grotere schaal gestrooid dan gisternacht. De vochtige lucht/buien van gisteravond hebben ervoor gezorgd dat autoruiten flink onder het ijs zitten.

http://www.twenteactueel.nl/index.php?rubriek=sport&artikel_ID=6432,

Ik [...] heb zo erg gruwelijk weinig geslapen deze week… Vannacht was het 3,5 uur [...], gisternacht 4 uur met tussenpozen, eergisternacht alleen maar woelen. Dat schiet natuurlijk niet op.

http://wp.livenews.nl/archives/2002/10,

'Hoe laat ben jij gisternacht thuisgekomen?' 'Twaalf uur. Misschien iets later.'

Bezeten van mij, Nicci French,

Een definitief oordeel kan ik natuurlijk nog niet geven, al heb ik tot twee uur gisternacht gelezen; ik vraag me trouwens af of ik ooit tot een definitief oordeel zal komen.

Requiem voor een vriend, J.J. Voskuil,

Om 2 uur gisternacht kwam de politie zeggen dat ze door konden rijden want de blokkades waren opgeheven.

De Standaard,