grasmus 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een grasmus…
is een vogel; is een dier
- [Afmeting] is 14 cm lang
- [Geluid] zingt afwisselend met noten die de vogel haastig uitstoot; maakt een zingend geluid
- [Kleur] is bruin met een geelbruine onderzijde; heeft als mannetje een grijze kop, een witte keel en een roze borst en is als vrouwtje vaal
- [Bouw] is gewerveld; heeft twee poten
- [Voortplanting] legt eieren
- [Plaats] is inheems en is vrij algemeen, bv. in tuinen, parken en bossen
- [Woongebied] komt voor in Europa en Azië
- [Leeftijd] wordt 1 tot 5 jaar oud
- [Gedrag] is een alleseter
Wetenschappelijke naam: Sylvia communis
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Aves; Vogels |
Orde | Passeriformes; Zangvogels |
Familie | Sylviidae; Zangers van de Oude Wereld |
Geslacht | Sylvia |
Soort | Sylvia communis |
Algemene voorbeelden
De grasmus is de meest voorkomende van alle 10 verschillende soorten uit de familie der Sylviidae; het vrouwtje is vaal van kleur, maar het mannetje kan in het voorjaar pronken met een zachtroze borst.
De grasmus, met zijn opvallende verenkleed, komt voor in Europa, Noord-Afrika en in Azië tot aan de Baïkalmeer. Het is een trekvogel en vliegt vanaf augustus naar de savannes van tropisch Afrika. Als hij zo rond begin april terug is, zien we hem onafgebroken scharrelen in de buurt van lage takken, op zoek naar beestje om te eten. De vogel leeft in struiken en hagen langs velden, maar ook in hoog gras en in dichte braamstruiken.
Tuinfluiters, grauwe vliegenvangertjes en grasmussen, dat waren allemaal kersenpikkertjes, zoals er ook allerlei tureluurs, netelkruipertjes en braambijtertjes waren.
Combinatiemogelijkheden
met ander, nevengeschikt substantief
- de grasmus en de braamsluiper
Gelukkig zijn ook dit jaar de roodborsttapuit, het paapje, de blauwborst, de bosrietzanger, de waterpieper, de grasmus en de braamsluiper weergekeerd naar het achterdijkse land van de Nete.