grijsachtig 1.0
Algemene voorbeelden
De grote bladeren zijn hartvormig of gelobd en groen van kleur, de behaarde stengels zijn grijsachtig.
Uit de losse stukken steenhard, effen en lichtgekleurd eikehout, bleekbruine beuk, grijsachtige es en gevlamde pitchpine vervaardigt mijn vader karrebakken en wielen, dissels, kruiwagens en kasten, die langzaam en methodisch ontstaan onder zijn denkende, zorgzame, kundig arbeidende handen.
Zwaar lompenpapier, enigszins grijsachtig, mooi handgeschept natuurlijk, want ander papier bestond er niet anno achttienhonderd.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een grijsachtig waas
- een grijsachtige kleur
- een grijsachtige tint
De beige kleur is best te omschrijven als donker roomkleurig overtrokken met een grijsachtig waas.
Bij een sterke concentratie (hoog saturatieniveau) percipiëren we een felle kleur, bij een meer diffuse concentratie (lage saturatie) nemen we een fade, meer grijsachtige kleur waar.
Zelfs de huid, die strak en doorschijnend over de uitstekende jukbeenderen van de man gespannen was, had een grijsachtige tint.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: van
- grijsachtig van tint
Bij niet gefileerde vis is de huid glanzend, de schubben zitten goed vast, ook de kieuwen glanzen en zijn gelijkmatig van kleur. Meestal is dat rood. Nooit grijsachtig van tint.
met ander, nevengeschikt adjectief
- grijsachtig blauw
- grijsachtig groen
- grijsachtig wit
Bosmuizen [...] wegen 14 tot 35 gram. De rugzijde is geel- tot middelbruin en de buikzijde grijsachtig wit.
De kust was wel zichtbaar, maar alleen in de tussentinten van donker sepia naar een grijsachtig blauw.
Er zijn veel verschillende snapperachtigen in de handel, variërend van rood tot grijsachtig groen.