grossier


grossier 1.0

groothandelaar die vooral op de binnenlandse markt inkoopt en levert aan de detailhandel en aan grootverbruikers

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een grossier…

is een groothandelaar; is een handelaar; is een persoon

  • [Groep] behoort tot de branche van de distribuerende groothandel
  • [Activiteit of handeling] koopt handelswaar in en verkoopt deze verder
  • [Wijze] koopt in in grote hoeveelheden, vooral op de binnenlandse markt en stelt een breder assortiment samen door aankoop bij verschillende producenten en importeurs
  • [Belanghebbende of begunstigde] verkoopt aan de kleinhandel en aan grootverbruikers
  • [Object betroffen] handelt in voedingswaren of niet-voedingswaren
  • [Onderscheid of tegenstelling] wordt onderscheiden van andere soorten van groothandelaars, zoals exporteurs, importeurs, industriële distributeurs enz.

Algemene voorbeelden


Grossiers/distributeurs. Werken onafhankelijk, vaak op eigen risico. Ze kopen de producten bij één of meerdere fabrikanten zelf aan en verkopen die door. Grossiers verkopen enkel aan de kleinhandel. Beschikken vaak over een eigen verkoopapparaat en uiteraard over een eigen voorraad. Factureren en transporteren zijn hun verantwoordelijkheid.

http://books.google.nl/books?id=qwMpHOhOwl0C&pg=PA98&lpg=PA98&dq=grossier+kleinhandelaar&source=bl&ots=3c2NQNGx_o&sig=cOUqCqIO0ypJUHFQaHnrJkpvYas&hl=nl&ei=DxTKStyOAo_Z-QbQztFO&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=10#v=onepage&q=&f=false,

De Nederlandse grossier betrekt de goedkope melk momenteel van een Duitse leverancier in Wilhelmshaven, omdat de Nederlandse zuivelfabrieken weigeren Schuitema in de gelegenheid te stellen te stunten met de melkprijs.

NRC,

Meestal was hij in de werkplaats te vinden, waar hij onafgebroken plantenafval bijeenveegde [...]. Wanneer de grossier rozen had afgeleverd, kneusde hij met de platte kant van een kleine bijl de stengels: ze namen dan gemakkelijker water op en bleven langer houdbaar.

Weerloos, Jan Siebelink,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


grossier 1.1

groothandelsbedrijf dat voornamelijk op de binnenlandse markt inkoopt en levert aan de detailhandel en aan grootverbruikers

Betekenisbetrekking


metonymie
Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

Algemene voorbeelden


Een groothandel is een onderneming die zich heeft gespecialiseerd in de wederverkoop van producten aan bedrijven en instellingen (detaillisten of grossiers). Een groothandel verkoopt door aan andere handelsschakels. Een grossier is een groothandel die levert aan de detailhandel.

http://books.google.nl/books?id=7KItzv8KLGMC&pg=PA86&lpg=PA86&dq=tussenhandel+grossier&source=bl&ots=vfdKtkugP6&sig=QYPfknpfyzKQyuxpT2Ae-Av23Rc&hl=nl&ei=Y6_FStq-N4Xe-QbYtdE8&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=1#v=onepage&q=tussenhandel%20grossier&f=false,

Er zijn verschillende typen groothandels: 1. Binnenlandse groothandel: gericht op binnenlandse leveranciers en afnemers voor de inkoop en de verkoop. 2. Exporteurs: gericht op verkoop uit eigen land aan de buitenlandse markt. 3. Grossiers: gericht op detailhandel (food en/of non-food) en grootverbruikers door in te kopen op de binnenlandse markt. 4. Handelshuizen: oftewel handelsorganisaties: gericht op internationale handel met uiteenlopende assortimentsgroepen (via buitenland en of via moederland). 5. Importeurs: gericht op aankoop van goederen op de buitenlandse markt en verkoop daarvan op de binnenlandse markt. 6. Import- en exportbedrijven: voornamelijk actief op de buitenlandse markt. Middels wederexport kunnen ook importgoederen uitgevoerd worden. 7. Inkoop- en verkoopkantoren: deze zijn eigendom van buitenlandse productieondernemingen.

http://www.noordoostfriesland.nl/uitgebreid_zoeken/groothandel/&bid=2&pid=&wid=,

Vier grossiers die zorgen voor de bevoorrading van groot- en gemeenschapskeukens, bundelen hun krachten [...]. Voor de grootkeukens in ziekenhuizen en bedrijven is een catering-distributeur wat een supermarkt is voor de man in de straat: ze vinden er alles wat ze nodig hebben, van voedingsingrediënten over poetsmiddelen tot de koksmuts.

De Standaard,

Combinatiemogelijkheden


met voorzetselgroep


Voorzetsel: in

  • grossier in automaterialen
  • grossier in groenten en fruit
  • grossier in levensmiddelen

Naast grossier in groenten en fruit en het rijpen van bananen is de groothandel actief in klein verpakkingen van groenten en fruit voor de supermarkten.

Meppeler Courant,

Het logistieke bedrijf [...] gebruikt sinds kort een dynamisch miniload-bakkenmagazijn voor het orderverzamelen. De nieuwe installatie levert de noodzakelijke ruimte en tijdswinst om de grossier in automaterialen beschikbaarheid en snelheid te garanderen.

http://www.logistiek.nl/archief/id17010-Van_Heck_spaart_ruimte_en_boekt_tijdwinst.html,

grossier 2.0

iemand die iets in grote hoeveelheden of in ruime mate voortbrengt, verzamelt e.d.

Betekenisbetrekking


metafoor
Betrokken betekenissen 1.0 : 2.0

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een grossier…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] verzamelt of brengt iets voort in grote hoeveelheden of in ruime mate

    Combinatiemogelijkheden


    met voorzetselgroep


    Voorzetsel: in

    • grossier in blijspelen
    • grossier in medailles
    • grossier in rode kaarten
    • grossier in titels

    De Nederlander IJsbrand Chardon, grossier in medailles, ging in de marathon zwaar onderuit en staat op een 29ste klassering waardoor hij geen stem meer heeft in het titeldebat.

    De Standaard,

    Maarten Schops begint stilaan een kwalijke reputatie te krijgen als grossier in rode kaarten. In Sint-Truiden werd hij net voor de rust uitgesloten. Toen hij van het veld stapte, klapte hij provocerend in de handen.

    De Standaard,

    De toneelvereniging [...] heeft de afgelopen tijd veelal uit het Engels bewerkte kwaliteitsstukken op de planken gebracht. De vereniging vond het tijd het weer eens wat dichter bij huis te zoeken en koos voor een komedie van Chiem van Houweninge, toneelschrijver en grossier in televisieblijspelen.

    Meppeler Courant,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding