half weeskind 1.0
kind van wie een van beide ouders overleden is; kind dat een van beide ouders verloren
heeft; een kind dat halfwees is
Algemene voorbeelden
Haar pleegtante was als een tweede moeder geweest voor haar [...]. En toch konden ze haar de Franse les niet laten volgen [...] want er werd geld voor gevraagd, luttel maar toch geld. En ook erg speet het de non [...] omdat haar behoeftige pupil, het halve weeskind, er een goed gehoor en een goede tong voor scheen te hebben.