halsgevel 1.0
(bouw, gebouwen en huisvesting; kunst en architectuur)
voorgevel van een gebouw die aan de bovenkant de vorm van een hals heeft
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een halsgevel…
is een gevel; is een deel
- [Vorm] heeft aan de bovenkant een smalle rechthoekige uit bakstenen gemetselde top die niet de hele breedte van het dak beslaat; heeft aan weerszijden van die top een ruimte die is opgevuld met zogeheten klauwstukken van zandsteen; heeft door deze combinatie van bouwkundige elementen min of meer de vorm van een hals
- [Tijd] ontstond omstreeks 1640 en bleef in gebruik tot ongeveer 1775
- [Model] ontstond uit de trapgevel; werd opgevolgd door de klokgevel
Algemene voorbeelden
Een halsgevel is een bakstenen gevel van een smal huis (drie, soms twee ramen breed) met twee hoeken van 90° aan de top die opgevuld zijn met zandstenen ornamenten, zogenaamde klauwstukken.
Uit de trapgevel ontstaat geleidelijk de halsgevel doordat het aantal trappen steeds kleiner wordt.
De volgende ontwikkeling is van halsgevel naar klokgevel: de schuine zijden van de klauwstukken worden de ingezwenkte zijden van de klokgevel.