handkar


handkar 1.0

afbeelding

Bron: pietplaat
( CC BY-NC 2.0 )

kleine wagen die aan één of twee handvatten wordt getrokken of geduwd

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een handkar…

is een kar; is een voertuig; is een zaak

  • [Attribuut] heeft één of twee handvatten waaraan hij voortgetrokken of voortgeduwd kan worden
  • [Bouw] bestaat uit twee of vier wielen en daarboven een laadbak
  • [Materiaal] is vaak van hout gemaakt
  • [Functie] is bestemd om kleine vrachten te vervoeren
  • [Tijd] behoort grotendeels tot voorbije tijden
  • [Belanghebbende of begunstigde] is vaak een vervoermiddel voor arme mensen
  • [Werkende kracht] moet met de hand voortgeduwd of voortgetrokken worden

Algemene voorbeelden


De geallieerden waren nu echt geland [...]. Nu zag hij een ordeloze trek in tegengestelde richting passeren. Zich hortend voortbewegende auto's met houtgasgenerators, hoog beladen bakfietsen, handkarren, ja, zelfs met huisraad volgestouwde kinderwagens, bestuurd, getrokken en begeleid door verbeten voor zich uit blikkende mannen en bedrukt kijkende vrouwen met kinderen aan de hand.

Het overspelige gras, Louis Ferron,

In Westerbork wordt zaterdag een groot aantal -- meest Drentstalige -- boeken aan de man gebracht vanaf ouderwetse handkarren.

Meppeler Courant,

Combinatiemogelijkheden


als subject bij een werkwoord


  • dokkeren

De enige geluiden die je toen hoorde, waren het dokkeren van een paarde-, honde- of handkar op de kasseien, het ploffen van zware paardehoeven, het blaffen van honden, het fluiten van duivenmelkers, het kloppen van de smid met de moker op het aambeeld, het roepen van moeders op hun kinderen.

Memoires van een kerkuil, Robin Hannelore,

als object bij een werkwoord


  • een handkar duwen
  • een handkar laden
  • een handkar omkiepen
  • een handkar slepen

Een handkar met betonijzer die door drie mannen geduwd wordt, voorovergebogen, stap voor pezige stap.

De kus, Jan Wolkers,

in voorzetselgroep


  • met een handkar
  • met handkarren

De stad was een steenwoestijn. Hier en daar slechts was nog iets als een gebouw te herkennen. Iedereen was bezig puin te ruimen. Anderen voerden het met handkarren af.

Proloog; Uitje; Vakantiebelevenissen; Helm, Ep Meijer,

Vanuit kantoren vlakbij stations regelt men het vervoer van en naar het spoor met paard en wagen of met een handkar.

http://www.vgl.nl/

  • op een handkar

Iedere avond kwam ik met een handkar voor de deur van mijn pension. Ik ging naar boven, stopte geld in een jutezak. Droeg die zak naar beneden. Daar schudde ik hem leeg op de handkar. Naar boven. De zak opnieuw vullen. Tot eindelijk de kar zo vol geladen was dat er geen cent meer bij kon.

Keefman, Jan Arends,

Er was geen hout genoeg voor de lijkkisten, kadavers werden op handkarren geladen, in papieren zakken begraven.

De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen