heimwee


heimwee 1.0

knagend verlangen naar huis of naar zijn geboorteplaats, geboortestreek of land van herkomst

Semagram (extra betekenisinformatie)


Heimwee…

is een gevoel

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een sterk verlangen naar huis, de geboorteplaats, de geboortestreek of het land van herkomst
  • [Symptoom] wordt gekenmerkt door een gevoel van knagend verlangen
  • [Omstandigheid] doet zich voor als men het ouderlijk huis, zijn thuis of zijn geboortegrond heeft moeten verlaten

    Algemene voorbeelden


    Heimwee is het verlangen naar thuis, maar je blijft nu eenmaal niet je hele leven thuis. Je gaat weg bij je ouders en maakt ergens anders weer een thuis. En zo gaat het almaar door. Toch is het eerste thuis het mooiste dat er is. En daar verlang ik naar.

    Het geheim van Eberwein, Boudewijn Büch,

    Nu woonde Rosa met Manuel in een villa met vijf kamers en marmer op alle vloeren [...]. Stil keken de koele stenen muren van de kamers op haar neer en voor de kleine ramen zaten spijlen als in een gevangenis. Eerst was het heimwee geweest, daarna het gevoel te zijn verdreven, weggeschoven en opzij gezet, naast het leven.

    Over de grens, Chaja Polak,

    Na de Tweede Wereldoorlog kwamen zo'n 10.000 Russische meisjes uit Duitse gevangenen- en werkkampen met Nederlandse mannen mee, in plaats van dat ze naar hun Stalinistische vaderland terug gingen. Om de heimwee te "blussen" adviseerden hulpverleners de meisjes om Russische koren op te richten waar ze elkaar konden ontmoeten en samen konden zingen.

    http://www.ensemble-kalinka.nl/Zijlmans.htm,

    Combinatiemogelijkheden


    als object bij een werkwoord


    • heimwee hebben
    • heimwee krijgen

    Ze kan nog geen nacht uit logeren of ze heeft heimwee.

    Het Parool,

    Een van de eerste dingen die me in Nederland opvielen was dat er zoveel spelers heimwee kregen als ze drie weken van huis waren.

    NRC,

    met adjectief ervoor


    • vol heimwee

    Het witte huis bij nacht, dat hij eveneens in zijn sterfjaar 1890 maakte, geschilderd vol heimwee naar Nuenen, ziet er zo bevroren uit, dat een weinig getalenteerde vervalser het gemaakt zou kunnen hebben.

    NRC,

    met adjectivisch tegenwoordig deelwoord


    • een knagend heimwee

    Ontwortelde mensen, uitgestotenen, ballingen, met een knagend heimwee naar hun geliefde land, dat de meesten van hen nooit zouden terugzien.

    De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,

    met substantief ervoor


    • een beetje heimwee
    • een soort heimwee

    Nu is ze getrouwd met een Nederlandse man en heeft haar draai gevonden, maar ze voelt zich nog steeds Chileense: 'Je blijft altijd in je hart een klein beetje heimwee houden'.

    Meppeler Courant,

    Zij kozen Meppel als nieuwe vestigingsplaats voor hun praktijk, omdat Hannie uit Drenthe komt en Paul hier lange tijd heeft gewoond. Een soort heimwee naar de geboortegrond.

    Meppeler Courant,

    met voorzetselgroep


    • heimwee naar

    Trage, melancholische songs over heimwee naar huis, over afwezige liefde en moeizame relaties.

    De Standaard,

    'Was het heimwee naar uw geboorteland? Of was het die typisch Noordamerikaanse minachting voor Hollywood, waardoor u contact opnam met Bicentennial Productions om achter mijn adres te komen?'

    Het paradijs, Anton Haakman,

    met telwoord ervoor


    • veel heimwee

    Per trimester gingen ze maar één keer naar huis, maar veel heimwee hadden ze er niet, want de school had meer weg van een groot gezin waar ze alle ruimte kregen, zelfs om hun eigen duiven te houden!

    De Standaard,

    overig


    • geen heimwee

    Nog eens drie dagen later schreef ik een lange brief naar Lies en Lucas. Daaruit mocht blijken dat ik het goed stelde, dat ik geen heimwee had, dat er niets aan mijn geluk ontbrak.

    De groene leeuw, Herman Vos,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    heimwee 2.0

    knagend verlangen naar iets wat voorbij is; knagend verlangen naar het verleden

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Heimwee…

    is een gevoel

    • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een sterk verlangen naar een tijd, situatie, omstandigheid of persoon die er niet meer is
    • [Symptoom] kenmerkt zich door een knagend verlangen

      Algemene voorbeelden


      Toen ik woensdagnacht van Carré naar huis liep begon de heimwee huis te houden in mijn binnenste [...]. De toptijd van Ajax kwam terug, de tijd van Michels, Jaap van Praag, Stefan Kovacs en iedere twee weken was ik er bij. Jongenskaartje vijftig cent. Opa vertelt!

      NRC,

      Combinatiemogelijkheden


      als object bij een werkwoord


      • heimwee hebben
      • heimwee krijgen

      En dan drinken we na het werk soms wel eens een paar biertjes en dan maken we grappen over die domme ambtenaren hier, maar... Ik heb heimwee, Lilly. Ik wil met Mark kunnen praten en met Vivienne en ze snijden gewoon de verbinding door.

      Mensen met een hobby, Désanne van Brederode,

      'En nu heeft het wonder zich voltrokken,' zei H. 'Dat valt nog te bezien,' zei G. 'Je zult zien dat de mensen heimwee krijgen naar de oude orde.'

      Verbroken zwijgen, J. Bernlef,

      met adjectief ervoor


      • vol heimwee

      In de jaren negentig werden we overspoeld met Engelse films vol heimwee naar de tijd van weleer.

      Mise-en-scène, Axel Bouts,

      met adjectivisch tegenwoordig deelwoord


      • een knagend heimwee

      Er zijn consumenten die er tegenop zien: kamperen. Tegen die moordende autorit langs zinderende wegen, de lange nachten op het klamme, lekke luchtbed, het schichtige douchen in smoezelige badhokken en de knagende heimwee naar afwasmachine, magnetron en koffiezetapparaat.

      De Limburger,

      met substantief ervoor


      • een beetje heimwee
      • een soort heimwee

      De Polen hebben eerder een beetje heimwee naar "de goede, oude tijd".

      De Standaard,

      Het is het moment waarop je kennismaakt met de gruwel en de slechtheid, en tegelijk het einde van een ombekommerde wereld waarin alles nog duidelijk was. Noem het gerust een soort heimwee.

      De Standaard,

      met voorzetselgroep


      • heimwee naar

      Ze hebben heimwee naar de zorgeloze oude tijd en koesteren vooral een melancholische behoefte aan liefde en vriendschap.

      De Standaard,

      in voorzetselgroep


      • met heimwee
      • zonder heimwee

      Soms zie ik nog leerlingen uit die tijd en ze spreken met heimwee over de fantastische dingen die we samen beleefd hebben.

      Ik ga altijd uit de weg voor een andere ezel, Jos de Man,

      En langzaam bekennen we ons tot deze tijd en langzaam leren we een religie zonder zonde en zonder tekort, zonder heimwee naar vroeger en zonder hunkering naar het paradijs.

      http://www.sg.unimaas.nl/vink.htm,

      met telwoord ervoor


      • veel heimwee

      Wat televisie betreft, bedoelen ze daar een divertimento als De Commissie Wyndaele mee, heb ik al mogen opmaken uit hun fijne blijken van napret ter hoogte van de mondhoeken. De Commissie Wyndaele is vanuit mijn standpunt bekeken De drie wijzen voor Knack-abonnees onthuld. Er spreekt ook veel heimwee naar zekere feestavonden bij het studentendispuut uit.

      Dwarskijker, Rudy Vandendaele,

      met ander, nevengeschikt substantief


      • heimwee en verlangen

      Mannen die een hart meetorsten, zwaar van heimwee en verlangen, een hoofd vol wanhoop en ontreddering wanneer zij door de wisselingen van de Fortuin uit hun eigen plaats verbannen werden.

      Een treurige afdronk, Levi Weemoedt,

      overig


      • geen heimwee

      Heeft hij geen heimwee naar de tijd van vroeger?

      Meppeler Courant,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


      Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


      Overige woordfamilieleden