herfstdag 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een herfstdag…
is een dag
- [Tijd] valt in het herfstseizoen
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] kan soms nog zeer zonnig zijn maar wordt doorgaans gekenmerkt door afnemende temperaturen en meer neerslag in vergelijking met een typische zomerdag
- [Voorbeeld of specimen] is een dag uit de maanden september, oktober of november
Algemene voorbeelden
Plotseling zou de druppelachtige herfstdag opfleuren vanwege het doorbreken van de zon, waaronder nooit iets nieuws gebeurt.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een druilerige herfstdag
- een grijze herfstdag
- een kille herfstdag
- een mooie herfstdag
- een regenachtige herfstdag
Een heerlijke lentedag, een warme zomerdag, een druilerige herfstdag of een barkoude winterdag? Elk seizoen heeft zijn specifieke planten en kruiden.
Een kille, grijze herfstdag, de toppen van de Alpen onzichtbaar geworden in de naderende winter.
Het was een van de laatste mooie herfstdagen.
De donkere regenachtige herfstdag dringt maar moeizaam door de vuile ruiten naar binnen en verlicht vaag de met grijs zeil bedekte tafeltjes.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- een schitterende herfstdag
- een stralende herfstdag
Een schitterende herfstdag. Om halfnegen rolt de piloot de helikopter uit de loods.
De weerman had gelijk gekregen. Een stralende herfstdag.
in voorzetselgroep
- op een herfstdag
- op herfstdagen
Met een groep vrienden bezig zijn in de natuur op een herfstdag. Het kan op de Dag van de Natuur.
Ook op herfstdagen is het er heerlijk vertoeven vanwege de grote luifel en de vloerverwarming.