het in zijn broek doen 1.0
in zijn broek poepen
Algemene voorbeelden
Dagen lang kon ze naar buiten staren, en dan deed ze het per ongeluk in haar broek.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: van
- het in zijn broek doen van angst
Hij werd stevig vastgebonden en deed het in zijn broek van angst
- het in zijn broek doen van het lachen
Iedereen deed het in zijn broek van het lachen en serieus kijken was er niet meer bij.