het levende hart 1.0
het vitale centrum; het centrum van bedrijvigheid of van culturele, economische e.d.
activiteit
Algemene voorbeelden
Bezienswaardigheden genoeg in Gent, maar om het levende hart van de stad te voelen kloppen, is enig inlevingsvermogen nodig.
Men wil door ingrijpende maatregelen de Delftse binnenstad weer levend hart laten worden met als gevolg dat het tot dan toe verwaarloosde ZuidPoort-gebied in het zwaartepunt van de stad komt te liggen.