hik


hik 1.0

periodiek optredende onwillekeurige samentrekking van het middenrif tijdens inademing, die gepaard gaat met een typisch geluid dat klinkt als 'hik'

Semagram (extra betekenisinformatie)


De hik…

is een aandoening

  • [Geluid] gaat gepaard met een geluid dat klinkt als 'hik'
  • [Duur] is doorgaans van korte duur
  • [Frequentie] bestaat uit samentrekkingen die elkaar opvolgen met een interval van een tot meerdere seconden
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een onwillekeurige en krampachtige samentrekking van het middenrif; is onaangenaam, maar meestal onschuldig
  • [Oorzaak, reden of aanleiding] kan ontstaan door te snel eten of drinken, niet goed kauwen, nuttigen van koolzuurhoudende dranken of alcohol; geeft het typische geluid als gevolg van het plotseling sluiten van de stemspleet

Algemene voorbeelden


Bij de hik trekt het middenrif (een spier tussen buik en longen) onwillekeurig samen. Het kan ontstaan door te snel eten of drinken, niet goed kauwen of door koolzuurhoudende dranken. Ook alcohol kan de hik veroorzaken. De zenuwen in de keel en het middenrif worden hierdoor geprikkeld en het middenrif gaat samentrekken (krampen). Soms hebben mensen met een aandoening van de longvliezen of de maag vaak de hik.

http://www.apotheek.nl/Medische_informatie/Klachten___ziektes/Aandoeningen/Voortdurende_hik.aspx?mId=10701&rId=195

De kans op hik wordt groter als de maag is uitgezet, zoals wanneer het kind veel heeft gegeten.

http://www.jeugdwerknet.be/spelensite/doc/Cursus/c10.htm

Combinatiemogelijkheden


als object bij een werkwoord


  • de hik hebben
  • de hik krijgen

Ze nam opnieuw een glas wijn, ze dronk, kreeg de hik.

Oprechter trouw, Henk Romijn Meijer,

Potverdomme, had-ie weer de hik. 'Je moet ook niet zo schrokken, Koos,' waarschuwde Tine, terwijl ze opstond om in de keuken een glaasje water voor hem te halen.

De natte gemeente van Koos Tak, Rijk de Gooijer & Eelke de Jong,

Vaste verbindingen


Woordfamilie


Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


hik 1.1

keer dat iemand hikt; hikbeweging

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een hik…

is een beweging

      Algemene voorbeelden


      Ook een boer neemt maar weinig tijd in beslag, en een enkele hik hoeft je het spreken nog niet te beletten.

      De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, A.F.Th. van der Heijden,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      hik 1.2

      hikgeluid

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Een hik…

      is een geluid

          Algemene voorbeelden


          Ze deed haar mond niet dicht, bracht haar hand voor haar mond en liet een hoog geluid horen, iets tussen een hik en een lach.

          Franklin, Thomas Lieske,

          Van krscht, hik, hap, blurp ging het. Het was ook een soort taal. Halve en hele stukken in vette jus gebakken aardappel schoven zijn mond binnen.

          Sterk water, Marijke Libert,

          Woordfamilie


          Als deel van een afleiding