hippen 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Hippen…
is een handeling
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
- naar zijn hol hippen
- van de ene aardkluit op de andere hippen
- van tak tot tak hippen
Vogeltjes zingen prevelend. De hazelaar bloeit in een waterig zonnetje. Een hongerig konijn hipt naar zijn hol.
Twee pikzwart glanzende roeken hippen van de ene bevroren aardkluit op de andere, blijven dan roerloos zitten.
Op deze prachtige zomerdag zat het kind gewoon lekker niets te doen aan de rand van het bos. Het genoot van de vlinders die rond haar hoofd fladderden en de vogels die vrolijk fluitend van tak tot tak hipten.
- naar de linkerhoek hippen
- van het ene been op het andere hippen
Getergd hipte Judith in twee passen naar de linkerhoek, wachtte de shuttle op, boog haar lenige rug in een achterwaartse kromme, strekte zich... en katapulteerde de shuttle met een ongelooflijke overhead cross over het net.
Er staat een straffe wind hier. Ze hipt ongeduldig van het ene been op het andere en slaat zich warm.
met bijwoord
- heen en weer hippen
- op en neer hippen
De dokter en Pado zitten minstens tien minuten met elkaar te praten terwijl ik de vogelkooitjes bekijk die aan de luiken zijn opgehangen. De vogels hippen voortdurend op hun stokjes heen en weer zonder een moment rust.
Hondsdals redacteur, de gebochelde, paarsneuzige Henny van der Vlucht, hipte vrolijk rond zijn topauteur op en neer en vulde diens anekdotes aan met woordspelingen en reminiscenties aan eerdere verhalen.
- stuntelig hippen
Iemand kwam de hoek van het huis om en hipte stuntelig, ondersteund door twee krukken, mijn gezichtsveld binnen.