hockeyclub


hockeyclub 1.0

sportclub waar hockey wordt gespeeld; sportclub waar de hockeysport wordt beoefend; ook: de gezamenlijke leden van zo'n sportclub

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een hockeyclub…

is een club

      Algemene voorbeelden


      De nieuwe Walcherse hockeyclub verwacht drie nieuwe kunstgrasvelden, een clubhuis en kleedaccommodatie nodig te hebben.

      Provinciale Zeeuwse Courant,

      Ze ging in haar eentje naar de hockeyclub, kleren kopen, zwemmen in het duinmeer, organiseerde zelf haar verjaardagsfeestje en week geen duimbreed als Claire probeerde invloed uit te oefenen.

      De vrouw die alles had, Kees van Beijnum,

      De hockeyclub kocht in de beginperiode voor 160 geleende guldens een totalisatorhuisje van de renbaan Woestduin.

      NRC,

      Kinepolis moet bij het uittekenen van zijn project rekening houden met de twee sportclubs - een tennisvereniging en een hockeyclub - die nog op Rocourt actief zijn.

      De Standaard,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding