hostie 1.0

Bron:
Carolus
(
CC BY-SA 3.0
)
(religie, mystiek en mythologie)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een hostie…
is een baksel
- [Kleur] is doorgaans wit
- [Smaak] heeft weinig smaak
- [Vorm] is dun, plat en rond
- [Samenstelling] wordt gemaakt van tarwemeel en water
- [Tijd] wordt uitgedeeld en ontvangen tijdens de communie
- [Onstoffelijke eigenschap algemeen] is geconsacreerd, gewijd
- [Behandeling of bewerking] is gebakken; is ongedesemd, ongezuurd en ongegist; wordt geconsacreerd tijdens de mis
- [Gebruikswijze] wordt door de kerkgangers in de mond genomen
- [Betrokkene] wordt geconsacreerd door de priester en vervolgens uitgedeeld aan de katholieke kerkgangers
- [Onderscheid of tegenstelling] wordt, in tegenstelling tot een ouwel, geconsacreerd
Algemene voorbeelden
Als het consecratie was mocht je niet kijken, en dat deed ik ook nooit want iemand had me eens wijsgemaakt dat je blind werd als je toch keek naar de hostie die de priester omhoog stak.
Van biechten kan opnieuw geen sprake zijn, dus volgen er heiligschennende communies, de hosties zullen branden in zijn maag, paniek overweldigt hem en er is niemand, niemand met wie je dit vreselijk geheim kunt delen.
Elke zondag gaan veel katholieke christenen naar de eucharistie of avondmaalviering. Daarin worden de laatste maaltijd van Jezus, zijn dood en zijn verrijzenis gevierd. Er wordt gelezen uit de bijbel, gebeden en de hostie gegeten. De hostie is een stuk brood dat het lichaam van Christus voorstelt.
O, ik lustte zo graag hosties. Als het gemogen had - maar dat was uiteraard doodzonde in die tijd - dan zou ik wel drie keer per mis te kommunie gegaan zijn. Zo graag had ik die smaak van hosties, die wegsmolten op je tong.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- bloedende hostie
- heilige hostie
- smakeloze hostie
Lilly had Edgar een jaar gegeven om de keuze te maken. Tenslotte waagde zij de sprong, namens hen beiden, met een hol gevoel in haar buik en halve zinnen achterin haar mond, tegen haar verhemelte, die daar bleven plakken als een smakeloze hostie. 'Ik wil ermee stoppen. Met ons.'
Ik kwam niet aan de noten uit puur respect. Zoals een ouderwets rooms-katholiek het evenmin in zijn hoofd haalt zijn vinger te plaatsen op de heilige hostie [...]. Na een tijdje begonnen de noten wat schimmelachtig te rieken in mijn kast.
Luc Dequeker verbindt de gebeurtenissen te Brussel in 1370 met de kerkelijke leer van de realis praesentia: de bloedende hosties moeten de aanwezigheid van Christus in de eucharistie bewijzen.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- gewijde hostie
Uit de kerk waggelde een Frans republikeins officier met zijn armen vol gouden bekers en schalen, de heilige vaten met de gewijde hostiën.
als object bij een werkwoord
- hosties uitdelen, een hostie eten
- hosties uitdelen, een hostie halen
- hosties uitdelen, een hostie ontvangen
- hosties uitdelen, een hostie krijgen
- hosties uitreiken, een hostie eten
- hosties uitreiken, een hostie halen
- hosties uitreiken, een hostie ontvangen
- hosties uitreiken, een hostie krijgen
Hij nam een vel papier, keek even rond, trok de kin tegen zijn dasknoop, bracht duim en wijsvinger bijeen alsof hij van plan was hosties uit te delen en begon voor te lezen.
Een geschuifel doorkruiste zijn overpeinzingen en toen hij zijn ogen opende, zag hij dat Hermans de hosties uitreikte. De man prevelde af en toe enkele Latijnse woorden, wat Deleu verbaasde want hij verkeerde in de veronderstelling dat het Latijn tijdens eucharistievieringen al een hele tijd tot het departement folklore behoorde.
De priester eet de hostie, dan neemt hij de kelk ter hand.
Tallozen [...] bereiden zich al voor om een hostie te gaan halen.
Tevreden als een katholiek die net een hostie heeft ontvangen, keek David naar het klokje om zijn pols.
Zij maakt nooit haar kruisteken voor zij eet. Vroeger [...] zou hij er nog iets van gezegd hebben. Hij heeft het opgegeven [...]. Hij vraagt zich af of ze ook op haar hostie bijt. En hoe ze haar hostie krijgt, in haar hand of op haar tong. En of ze soms - schijnbaar louter toevallig - de hand van de pastoor durft strelen. Met haar vingers of met haar tong.