huisjesslak 1.0
weekdier dat meestal op het land leeft en een schuilplaats van kalk met een typische
gedraaide vorm op zijn rug draagt; slak met een huisje van kalk op zijn rug
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een huisjesslak…
is een slak; is een weekdier; is een dier
- [Deel] heeft een week, slijmerig lichaam met een zeer gespierde buik om zich te kunnen voortbewegen, voelsprieten, een soort raspmond en heeft een huisje van kalk op de rug
- [Voortplanting] legt eieren in een soort regelmatige sponskoek
- [Plaats] leeft in de vele soorten op het land en bevindt zich vaak in de tuin
- [Verscheidenheid] komt voor in vele verschillende soorten
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Mollusca; Weekdieren |
Klasse | Gastropoda; Slakken en buikpotigen |
Algemene voorbeelden
Voor de leek bestaan er twee soorten slakken: de huisjesslakken die hun huis op hun rug meedragen, en de naaktslakken die geen huis of schaal hebben.
Niet alle slakken zijn schadelijk. Huisjesslakken leven vooral van verwelkte bladeren en algen.
Tot de meest karakteristieke dieren in het Nederlandse landschap behoort, naast de koe en het schaap, de steenbikker (Helicigona lapicida). Toch dreigt de laatste populatie van deze huisjesslak buiten Zuid-Limburg abrupt te worden uitgeroeid.