huispersoneel 1.0
((vooral) in België)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Huispersoneel…
is personeel; is een groep
- [Functie] is in dienst bij iemand om vooral huishoudelijk werk te verrichten
Algemene voorbeelden
In een flatgebouw, waar ook het andere huispersoneel woonde, kregen zij een klein appartement toegewezen.
Het is een kast van een herenhuis met vensters uit Venetiaans glas, een kraaknette witte voorgevel en opzij een aparte ingang voor het huispersoneel.
We oefenen druk uit op het parlement van Maharashtra, de deelstaat waarvan Bombay de hoofdstad is, om een wet te maken die huispersoneel wel een minimumloon toekent.
Aan het begrip "ander huispersoneel dan dienstboden" beantwoorden de volgende twee categorieën van werknemers: - zij die prestaties van intellectuele aard verrichten voor het huishouden (voorbeelden: kinderoppas, privé-verplegers, gezelschapsdame); - zij die manuele prestaties verrichten, die niet gerekend kunnen worden tot de manuele prestaties van huishoudelijke aard (voorbeelden: privé-chauffeur, klusjesman, tuinman).
Het burgerlijk arbeidsrecht omvat de volgende wetgevingen: - Arbeidsovereenkomst: - werklieden - bedienden - handelsvertegenwoordigers - studenten - dienstboden en huispersoneel; - Moederschapsbescherming; - Arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst; - Arbeidsovereenkomst voor de binnenscheepvaart; - Arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars; - Leerovereenkomst; - Tussenkomst in de vervoerkosten voor werklieden en bedienden; - Verlof voor uitoefening van een politiek mandaat.
Alle werknemers, ook het huispersoneel, zijn gedekt tegen arbeidsongevallen en ongevallen op de weg van en naar het werk.