hummen 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Hummen…
is een handeling
Algemene voorbeelden
Door bij tijd en wijle te knikken en te glimlachen, een enkele keer zelfs te hummen of te brommen, probeerde hij de indruk te wekken dat hij contact hield, zelfs zo geboeid was door hun argumenten dat hij er de voorkeur aan gaf zich tot luisteren te beperken.
Combinatiemogelijkheden
met bijwoord
- instemmend hummen
Arthur had hem over zijn figurantenrolletje al eens vriendelijk maar dringend onderhouden [...]. 'Ja maar ...' pruttelde David. 'Kijk, hoor je wat je zegt? Dat bedoel ik nou.' Greetje humde instemmend en draaide een Javaanse Jongen.
hummen 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Hummen…
is een handeling
Algemene voorbeelden
In de ziekenhuisgang weerklonk ontroerende tv-reclame voor een bank, dan volgden trailers voor VTM-programma's. Mijn vader humde en hijgde bij de intro van het journaal. Vader vertoefde weer elders door de medicatie.
hummen 3.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Hummen…
is een handeling
Algemene voorbeelden
'We spelen vandaag twee ballades. Daar zitten een paar hoge passages in.' Guido moet dus goed bij stem zijn, vandaar dat hij de afgelopen week heeft geoefend. 'Elke ochtend heb ik in de auto zitten hummen.' Dat had hij ervoor over.
Combinatiemogelijkheden
met ander, nevengeschikt werkwoord
- hummen en zingen
Het nieuwjaarsconcert van het Schönberg Ensemble [...] droeg als ondertitel: "Waarin Winnie-de-Poeh toeziet hoe Copland zijn pistool en Britten zijn zwaard trekt, maar dankzij Oliver Knussen toch blijft hummen en zingen."
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
hummen 3.1
Algemene voorbeelden
'Let op,' zei Bobby, 'wat is dit.' Hij neuriede een paar maten klassieke muziek. 'Dat is niks,' zei Max [...]. Dat is uit Dichter und Bauer van Franz von Suppé. Maar wat is dit?' Hij humde wat. 'Dat is geen klassiek,' mopperde Bobby.
Combinatiemogelijkheden
met object
- een lied hummen
Kees fietste, Bas zat vóór hem op de stang. Tussen zijn tanden humde Kees steeds opnieuw hetzelfde lied, zijn zoon zong mee zo goed hij kon.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
hummen 4.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Hummen…
is een handeling
Algemene voorbeelden
Oom Oscar, de jongste broer van de overledene, een nakomertje, die bij dat gesprek aanwezig was geweest, had wat achter zijn hand gehumd en daarmee de blijvende woede van zijn schoonzuster opgewekt.