iemands kaken jeuken 1.0
((vooral) in België)
iemand heeft een haast onbewingbare neiging om iets te zeggen e.d.; iemand voelt een
innerlijke drang om zich uit te spreken
Algemene voorbeelden
Ik voelde mijn wangen gloeien. Mijn kaken jeukten, mijn tong zocht naar een woord, messcherp moest het zijn, dat als een sabel of een granaat haar jurk aan flarden kon rijten.