imker 1.0
Bron:
Guido Radig
(
CC BY-SA 3.0
)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een imker…
is een persoon
- [Uiterlijk] draagt een witte overal met een soort kap met gaas
- [Plaats] werkt buiten in de natuur bij zijn bijenkasten
- [Tijd] is een oud beroep
- [Deskundigheid of vaardigheid] weet zeer veel over bijen
- [Activiteit of handeling] verzorgt een bijenvolk en wint hun honing die meestal verkocht wordt
- [Belanghebbende of begunstigde] is van belang voor landbouwers en tuinders, die soms bijenvolken lenen of huren om hun gewassen te bestuiven
- [Betrokkene] houdt bijen
- [Instrument] heeft een rokende pijp om de bijen rustig te houden en werkt met bijenkasten of bijenkorven, honingraten en honingcentrifuges
- [Oorzaak, reden of aanleiding] oefent zijn functie tegenwoordig soms uit voor zijn beroep, maar meestal uit liefhebberij
Algemene voorbeelden
Een imker is iemand die bijen houdt. In Nederland is het imkeren bijna altijd een liefhebberij. Ons land telt slechts enkele beroepsimkers. Zij verdienen hun brood door hun volken aan tuinders te verhuren voor bestuivingsdoeleinden.
Bijna de totaliteit van de Vlaamse imkers oefenen het houden van bijen uit als liefhebberij.
Steeds zult u verwonderd zijn over de organisatie van de bijenstaat en de processen die zich voltrekken. Imkers kunnen er uren over vertellen. Bovendien levert deze hobby in het algemeen een behoorlijke hoeveelheid lekkere, zuivere honing op.
De imker laat de bijen raten bouwen in houten raampjes, die hij gemakkelijk uit de bijenkast kan halen. Een raat bestaat uit een groot aantal zeshoekige hokjes, die we cellen noemen.
De uitrusting van de imker bestaat uit: Dathe-pijp of andere berokers; rook wekt bij de bijen een paniekreflex uit waardoor ze zich volzuigen met honing. Ze worden dan zwaar en loom. Dunne luchtige en lichtgekleurde kledij [...]. Een bijenkap of bijenhoedmet sluier [...]. Een schraapbeitel [...]. Een bijenborstel of ganzenveer [...]. Een waterverstuiver; ook verstoven water maakt de bijen rustig.
Imkers plaatsen de bijenvolken in het na-seizoen in een open schuur voor de overwintering.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- honing afnemen
- honing oogsten
- honing slingeren
De imker kan deze honing ook oogsten, maar zal er dan voor zorgen de bijen voldoende suiker terug te geven.
Als de imker de honing van zijn bijen afneemt, moet hij daarvoor in de plaats een sterke suikeroplossing geven, anders zouden de bijen in de winter verhongeren.
De eerste twee drachten geven de bijen zoveel voedsel dat ze snel in aantal toe kunnen nemen en meestal is er dan nog zoveel honing over dat de imker honing kan slingeren.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- een beginnende imker
Voor de beginnende imker was er gelegenheid om voor kleine prijsjes aan de benodigde imkerspullen te komen.
Zo zal het voor een beginnende imker mogelijk zijn om eerst eens een jaar mee te draaien, zonder dat hij direct grote kosten moet maken.
'Maar we verwachten vooral beginnende imkers die hier voor een redelijke prijs kappen, kasten, korven, berokers en andere gereedschappen komen zoeken', zegt Van der Veer.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- imkerdiscussiegroep
- imkerfederatie
- imkerforum
- imkergereedschap
- imkerhelm
- imkerjack
- imkermateriaal
- imkermaterialen
- imkermethode
- imkerpak
- imkerpraktijk
- imkersbond
- imkerscursus
- imkersdagen
- imkersdiploma
- imkersfederatie
- imkersgereedschap
- imkersgeslacht
- imkersingreep
- imkersite
- imkersjack
- imkerskringen
- imkersmanier
- imkersorganisatie
- imkersplaats
- imkerspraktijk
- imkersspullen
- imkersvereniging
- imkervereniging