in geen velden of wegen te bekennen zijn 1.0
op geen enkele plaats te zien zijn; helemaal nergens te bekennen zijn
Algemene voorbeelden
Er is in geen velden of wegen een mens te bekennen, en door de mist heen hoor ik nog steeds, zij het verder verwijderd, vager, het idiote getsjilp van de vogels.
Op een inefficiënte borstwering na, belemmert niets het aanraken van de fresco's; en een bewaker is in geen velden of wegen te bekennen.
Hun sherpa's beweerden dat het hier om een rustplaats voor Yeti's ging, maar de Yeti's zelf waren in geen velden of wegen te bekennen.