instapper


instapper 1.0

persoon die instapt in een voertuig of een ander middel om zich te verplaatsen, zoals bijvoorbeeld een lift

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een instapper…

is een persoon

  • [Activiteit of handeling] stapt in een voertuig of een ander middel om zich te verplaatsen

    Algemene voorbeelden


    Mocht u toch als eerste een trein binnengaan, dan is het het beste om in de allereerste coupé te gaan zitten. Elke volgende instapper denkt dan: even doorlopen, misschien is er verderop nog wat vrij.

    ...honderd. Ik kom, Piet Grijs,

    Na het ingaan van de nieuwe Taxiwet [...] vroegen andere taxibedrijven eigen telefoonpalen aan. "Dit zou tot een wildgroei van palen geleid hebben", zegt wethouder Köhler. "De TCA-palen moeten daarom maar verdwijnen van taxistandplaatsen waar de omzet vooral komt van instappers."

    De Telegraaf,

    De lift voert de gebruiker altijd direct naar de gekozen verdieping, zonder tussenstop en instappers onderweg.

    Meppeler Courant,

    instapper 2.0

    afbeelding

    Bron: Dieter Philippi
    ( CC BY-SA 3.0 )

    schoen zonder veters die men gemakkelijk aantrekt door er in te stappen.

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een instapper…

    is een schoen; is schoeisel; is een voorwerp

    • [Constructie] omsluit achteraan de hiel, in tegenstelling tot bijvoorbeeld sandalen
    • [Materiaal] is vaak vervaardigd van leer of van textielmateriaal
    • [Structuur] heeft soms een gevlochten structuur
    • [Geheel] maakt deel uit van een paar
    • [Plaats] wordt buitenshuis gedragen
    • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is licht en draagt comfortabel
    • [Gebruikswijze] kan gemakkelijk worden aangetrokken door er in te stappen
    • [Gebruiker] wordt gedragen door mannen en vrouwen
    • [Waardering] wordt beschouwd als een minder gekleed of minder conformistisch schoentype
    • [Omstandigheid] wordt meer gedragen in vrije tijd of wanneer geen representatieve kleding nodig is

    Algemene voorbeelden


    'Ik sta er niet op dat u naar een oudemensenhuis gaat,' legde haar neef uit, een advocaat die zijn uiterste best deed zich in de kledingstukken te hullen waarvan hij dacht dat ze hem beroepsmatig sierden: blauwe overhemden met witte boord, rode das, Brooks Brothers pakken, schoenen met veters, nooit instappers op werkdagen, God forbid!

    De grens van glas, Carlos Fuentes,

    Juan Zamora ging niet met colbert en stropdas naar Cornell, maar in spijkerbroek en jack, trui en instappers.

    De grens van glas, Carlos Fuentes,

    Dat doet nu niet terzake, of het kasteel een neoclassicistisch poortgebouw heeft of een gotische hoektoren, net als het gegeven dat Vera een donkerblauwe wollen rok met zwarte instappers draagt, of Rogier een geruite broek van katoen.

    De vrouw die alles had, Kees van Beijnum,

    Combinatiemogelijkheden


    als object bij een werkwoord


    • instappers dragen

    Ze droeg instappers met hakken die net geen naaldhakken waren.

    Mank, Herman Brusselmans,

    met adjectief ervoor


    • gevlochten instappers
    • leren instappers

    Quint draagt bruine gevlochten instappers.

    Verbroken zwijgen, J. Bernlef,

    Nu droeg ik cowboylaarzen, omdat eind jaren zeventig, begin tachtig in Dordrecht iederéén cowboylaarzen droeg. Onder de tafels tuurde ik naar de schoenen van mijn Gooise leeftijdgenoten. Nergens cowboylaarzen. Veel corduroy bandplooibroeken en heel veel leren instappers met kwastjes eraan.

    Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid, Ronald Giphart,