jijen en jouen 1.0
Algemene voorbeelden
Wil je iemand bevechten dan zal je zijn taal moeten kennen. Dat geldt ook voor zijn kinderen: ze moeten de westerse normen en waarden leren kennen. Alleen kan hij het niet hebben als ze hem gaan jijen en jouen - dat moeten ze niet doen. Het is wel eens moeilijk voor zijn dochter. Bij haar Nederlandse vriendinnetjes moet ze de moeders bij hun voornaam noemen, en jij tegen ze zeggen. Maar als ze dat doet waar haar oma en opa bij zijn, dan krijgt ze van Oetjoe op haar flikker. Jammer, vindt hij, want zo kan ze het natuurlijk niet meer volgen.
'Ben ik ouderwets?' Dat vraagt lezer J. Zwijsen uit Belsele. Net als u, meneer Zwijsen, kan ik met de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS) alleen maar constateren 'dat het gebruik van je-vormen toeneemt'. U bent daar niet gelukkig mee. Ik ook niet. Hoewel. Over het jijen en jouwen van uw en mijn petekinderen wens ik niet te bekvechten. 'Ouders worden door hun kinderen tegenwoordig dikwijls met je-vormen aangesproken', schrijft de ANS. Tja, denk ik dan, de tijd staat niet stil en waarom dan ook niet grootouders, tantes, ooms, peters en meters? Nee, zegt u, liever wat meer respect voor grijze haren.
'Maar nu iets anders! Jij jijt en jouwt me voordat je me goed kent en zonder mijn toestemming. Wat denk je, is dat democratie, brutaliteit of gebrek aan opvoeding?'
De jongen spreekt zacht, vragend bijna en vousvoyeert, de jonge vrouw, die misschien een paar jaar ouder is dan hij, jijt en jouwt en doet weinig moeite haar minachting te verbergen.
'Laten we jijen en jouen,' zei Marga. 'En ik noem jou Henny, mag dat?'
Helemaal in kontrast met het stroeve, gedateerde taalgebruik is de volstrekt ongeloofwaardige verhouding tussen de kommissaris, de onderzoeksrechter en De Vuyst. Zij jijen en jouen, en houden elkaar met flauwe grapjes voor het lapje, om dan weer uit hun krammen te schieten.
'Naast ons huis woonde Jopie Gerris, voor mij tante Jopie, want als kind jijde en joude je niet. Iedereen was u, ook de hoeren.'
Ondanks alle verschillen was het mannentrio nader tot elkaar gekomen op het herentoilet. Ze jijden en jouden elkaar gebroederlijk en en wisselden kwaaltjes en zwakke plekken uit.