jonge god 1.0
jongeman van wie de schoonheid en kracht aan een mannelijke godheid doen denken
Algemene voorbeelden
Hij was het helemaal. De jonge God waarvan ze gedroomd had. Alles wat ze in een man zocht had hij. Opwindend, sterk, stoer, teder, gevoelig en knap. Vanaf het moment dat ze hem aanschouwde, leefde ze in de wolken en tussen de sterren.
Zo vrij voelt hij zich nu, een jonge god, onkwetsbaar en vol leven gevende almacht.