juchtleren 1.0
(
Gezegd van kleding, met name jassen en schoenen)
gemaakt van juchtleer
Algemene voorbeelden
Ik schijn te weten op welke stappen ik wacht: tamelijk zachte, niet snelle, afkomstig van juchtleren molières.
De vrouw met de loshangende juchtleren jas was naar het tafeltje teruggekeerd.
'Sartre,' zeiden het golvende grijze haar, de vrij kleine schedel, het zeemleren jack, de manchester broek en de juchtleren schoenen voor hem, 'Sartre zegt dat wij de uiterste consequentie moeten trekken uit het feit dat God niet bestaat.'