kaneel 1.0
Bron:
Luc Viatour/www.Lucnix.be
(
CC BY-SA 3.0
)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Kaneel…
is een specerij; is een stof; is voedsel
- [Geur] is een geurige specerij
- [Kleur] is bruin
- [Smaak] smaakt zoet en pittig tegelijk
- [Vorm] wordt in de vorm van stokjes of poeder verkocht
- [Functie] wordt gebruikt als smaakmaker, vooral in zoete gerechten zoals appelmoes, stoofperen, gebak en koek, bijvoorbeeld speculaas; wordt ook in hartige Oosterse gerechten gebruikt, bijvoorbeeld in Indiase vleesgerechten en groentegerechten; wordt gebruikt als smaakmaker in dranken, bijvoorbeeld in likeur, thee en koffie of op de cappuccino
- [Grondstof] is de gedroogde binnenbast van takken van de kaneelboom
- [Vervaardiging] wordt gemaakt door de schors en de middenbast van scheuten van de kaneelboom te verwijderen, waarna de dunne binnenste bast overblijft die zich vanzelf oprolt en die vervolgens gedroogd kan worden
- [Gebruikswijze] wordt in de vorm van stokjes bijvoorbeeld in chutneys en rijstgerechten in de Indiase keuken gebruikt; wordt in de Nederlandse keuken in de vorm van stokjes bijvoorbeeld in appelmoes, warme wijn, gebak, marinades en stoofperen gebruikt; wordt in poedervorm vooral in gebak, koek en desserts gebruikt; wordt in poedervorm op de cappuccino gestrooid
Algemene voorbeelden
Kaneel is afkomstig van de schors van de kaneelboom (Cinnamomum Zeylanicum) die groeit in Sri Lanka en Zuid-India.
De zoete geur en licht tintelende smaak van kaneel is met niets vergelijkbaar. Wat wij kennen als kaneelstokjes, zijn dunne 'schillen' van de binnenste laag van de boombast, die tijdens het drogen vanzelf rolletjes vormen.
Kaneel wordt bij ons tegenwoordig vooral in zoete gerechten verwerkt, maar in de landen rond de Middellandse Zee en in Aziatische landen komt u het ook in allerlei hartige (stoof)gerechten tegen.
Als de appelen zacht zijn de citroenschil en kaneel eruit halen.
Het bleek een zelfgebakken stuk appeltaart, bestrooid met een overdosis kaneel.
Aan de sterke zwarte thee worden kaneel, kardamom, anijszaadjes en fijngestampte hazelnoten toegevoegd.
Ik heb hem gestoofde peren in kaneel gegeven, en daar knapte hij zichtbaar van op.
Een heerlijke likeur op basis van kaneel en andere kruiden (waaronder kruidnagel).
De keuken van Jamiaca en heel West-Indië is ondenkbaar zonder de bataat, gewoon gebakken, of verwerkt tot pudding, samen met kokos, lemoen en kaneel.
Combinatiemogelijkheden
met adjectivisch voltooid deelwoord
- gemalen kaneel
Gemalen kaneel wordt bijvoorbeeld gebruikt om thee met kaneelsmaak te maken.
met substantief ervoor
- een pijpje kaneel
- een snuifje kaneel
- een stokje kaneel
Een halve kilogram appelen (goudreinetten) schillen en van klokhuis ontdoen, in vieren snijden en aan de kook brengen in een dun laagje water met daarin een half pijpje kaneel en een stuk citroenschil (zonder wit), een eetlepel suiker en een snufje zout.
Ingrediënten: 150 g bloem, 75 g boter, 50 g witte suiker, 25 g bruine suiker, 25 g gemalen walnoten, 1 ei, 1 eetlepel gehakte verse gember, 65 g geroosterd en gemalen johannesbrood, 1 koffielepel bakpoeder, snuifje kaneel, muskaatnoot, gekonfijt fruit (kersen).
In mijn thee of koffie of chocomelk zet ik steeds een stokje kaneel.
met ander, nevengeschikt substantief
- kaneel en kruidnagel
'Jij lust ook wel een glaasje glühwein, hè Nora?' Mijn grootmoeder en Monasch dronken die op dagen dat het vroor. Een pan op een lage pit op het fornuis, de geur van kaneel en kruidnagel. Ze gaven me een dampend vol glas en zeiden dat de alcohol eruit was gekookt, maar ik was er elke keer prettig duizelig van geworden.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- kaneelappel
- kaneelbast
- kaneelbeschuitje
- kaneelboom
- kaneelbrok
- kaneelbroodje
- kaneelbruin
- kaneeleiland
- kaneelgranulaat
- kaneelhomp
- kaneelijs
- kaneelkassie
- kaneelkoekje
- kaneelkoffie
- kaneellikeur
- kaneellucht
- kaneelolie
- kaneelpijp
- kaneelpijpje
- kaneelpoeder
- kaneelproductie
- kaneelrol
- kaneelrolletje
- kaneelsaus
- kaneelschors
- kaneelsmaak
- kaneelstok
- kaneelstokje
- kaneelsuiker
- kaneelsurrogaat
- kaneelzuur
Als deel van een samenstellende afleiding
kaneel 2.0
Betekenisbetrekking
| Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
|---|
Algemene voorbeelden
Moeder nam een hoorntje met één bolletje kaneel.