kerkdeur


kerkdeur 1.0

deur die toegang tot een kerk geeft; deur van een kerk

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een kerkdeur…

is een deur

  • [Functie] geeft toegang tot een kerk
  • [Toepassingsgebied of bereik] is de deur van een kerk

    Hoofdsemagram: deur


    Algemene voorbeelden


    Iedere aswoensdag na Carnaval houdt de oude pastoor nukkig de traditie in stand en deelt askruisjes uit waarbij de jongens behoedzaam naar het altaar moeten sluipen want eigenlijk kun je alleen maar een askruisje krijgen als je de voorafgaande mis hebt bijgewoond en als hij een jongen betrapt die smokkelt, slaat hij die doodleuk over. Toch zien de meesten kans een kruisje te bemachtigen hoewel zij stiekum tegen het einde van de mis door de open kerkdeur binnensluipen.

    http://www.nopapers.nl/km/lit/aut/proz/0/proz0018.html

    Ik heb coereurs gekend die hun vrouw en kinderen na de hoogmis aan de kerkdeur zetten met een kroesje om fatsoenlijke banden te kunnen kopen.

    De Standaard,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • houten kerkdeuren

    Jubelende orgelmuziek dreunde door de massieve houten kerkdeuren.

    De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, Jan Cremer,

    • een ruime kerkdeur
    • een zware kerkdeur

    Je opent een zware kerkdeur en de prachtige Romaanse abdijkerk ontvangt je in alle stilte.

    De Standaard,

    Wij zagen de voorkant van de kerk, de kant met het grote roosvenster, de ruime kerkdeur met ijzerbeslag en de trappen.

    Een lichtgevoelige jongen, Walter van den Broeck,

    Vaste verbindingen


    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding