keukenpersoneel


keukenpersoneel 1.0

personeel van een keuken; groep mensen die in een keuken werkt

Semagram (extra betekenisinformatie)


Keukenpersoneel…

is personeel

  • [Activiteit of handeling] werkt in een keuken

    Algemene voorbeelden


    Vanaf de verhuizing, woensdag zeven september, zal het keukenpersoneel 150 warme maaltijden per dag prepareren.

    Meppeler Courant,

    Uit doorgeefluiken in de achterwand, waardoor je in de stomige atmosfeer kraakhelder keukenpersoneel ziet rondlopen, worden dienbladen met gerechten geschoven.

    De kus, Jan Wolkers,

    Nog leuker werd het als het voltallige keukenpersoneel op aandringen van gerant en sommelier naar zijn tafel kwam, om hem de hand te schudden en iets extra's te beloven; een tussengerechtje met de ganzenlever waar hij zo dol op was [...], een bijzonder bittertje of een bonbon met een vulling van kastanjeroom en op houtskool gebrande hazelnoten.

    Mensen met een hobby, Désanne van Brederode,

    De leiding besloot de man de deur te wijzen nadat hij de kok en ander keukenpersoneel met een slagersmes te lijf wilde gaan.

    Meppeler Courant,

    Het keukenpersoneel staat er voor in dat bij het bereiden van de koelversmaaltijden de kwaliteit van het voedsel gewaarborgd is.

    Meppeler Courant,

    Regelmatig wordt met het keukenpersoneel de samenstelling van de maaltijden voor de komende weken besproken.

    http://www.tref.nl/noord-veluwe/feithenhof/