kloten


kloten 1.0

(informeel; (vooral) gesproken taal)

als een kloot te werk gaan; knoeien; prutsen; rotzooien

Semagram (extra betekenisinformatie)


Kloten…

is een activiteit

      Combinatiemogelijkheden


      met voorzetselgroep


      Voorzetsel: aan

      • aan iets kloten

      Hij zei wrang: 'Jij hebt echt een boos karakter, niet?' 'Boos? Op oplichters zoals Billybob? Op eigentijdse frenologen en lobotomisten en nazi-dokters die aan onze hersens kloten en misschien zelfs wel de toekomst van de hele soort in gevaar brengen, terwijl de wereld om ons heen ten onder gaat? Natuurlijk ben ik boos. Jij niet dan?'

      Het licht van vroeger dagen, Arthur C. Clarke & Stephen Baxter,

      met een infinitief met te


      • beginnen te kloten
      • lopen te kloten
      • staan te kloten
      • zitten te kloten
      • iemand heeft zitten kloten

      'Je had op je veertigste stil kunnen gaan leven.' Stiller keek uit het raam. Vlak land, veel groen, saai als de pest. 'Ik heb eraan gedacht, elke dag als ik auto's waste of in een tuin stond te kloten. Het was werk van niks, maar een stuk beter dan stilleven. Niks doen als je veertig bent is geen leven, dat is dood zijn met vertraging.'

      De vrouwenoppasser, Peter de Zwaan,

      Gadegeslagen door Fannie en Dora helpt de misdienaar de priester onhandig uit zijn kazuifel. PRIESTER. Jezus man, wat sta je weer te kloten.

      Welkom in het bos, Alex van Warmerdam,

      De Duitsers hebben twee vedetten, de Nederlanders hebben een team. Tijdens het avondeten kunnen de spelers desnoods onbarmhartig op elkaar schelden, vertelt Jacco Eltingh. 'Verdorie Jac of verdorie Kraai, je liep vandaag te kloten op de training.' Drie jaar geleden had het niet gekund. Maar aan de vooravond van het Davis-Cupduel tegen Duitsland is de sfeer in het Nederlandse kamp beter dan ooit.

      NRC,

      Ik heb daar serieus zitten kloten met van die oude eternit-platen. Loodzwaar en onhandelbaar, en als ge erover loopt en 10cm naast een steunbalk trapt (die ge alleen herkent aan de weggeroeste boutkopjes) breekt die bazaar.

      http://www.bouwinfo.be/forum/viewtopic.php?p=93463&sid=e7c41bd7640e69b03c211fa19320b3fe

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      kloten 1.1

      (zeer informeel)

      stiekem een verhouding hebben met iemand; rotzooien

      Combinatiemogelijkheden


      met voorzetselgroep


      Voorzetsel: met

      • met iemand kloten

      'Als ik het goed begrepen heb, ben je al maandenlang behind his back met die gast aan het kloten. En als pa ergens niet tegen kan, is het wel stiekem gedoe.' Hij kijkt Fleur hoofdschuddend aan, alsof hij niet begrijpt hoe ze zo stom heeft kunnen zijn.

      Westenwind, Simone Duwel,

      kloten 2.0

      ((vooral) in België; zeer informeel; (vooral) gesproken taal)

      iemand pesten

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Kloten…

      is een activiteit

          Algemene voorbeelden


          'Dat ge bij de NSVJ zijt? En ge zegt me daar niks over? Ik moet het van wildvreemden horen?' 'Van wie?' 'Van Theo van Paemel.' 'Dat is geen vreemde.' 'Ik weet dat ge het doet om mij te kloten. Spreek me niet tegen. Ik heb het aan uw klein verstand gebracht dat wij ons erewoord gegeven hebben om geen officieel lid te worden van welke organisatie dan ook behalve van het Rode Kruis.'

          Het verdriet van België, Hugo Claus,

          Niet minder dramatisch is de zelfmoord van overgrootvader August. Om ervoor te zorgen dat hij toch in gewijde grond begraven kon worden, werd een lekkende gaskraan als doodsoorzaak opgegeven. Virginie vond haar vader en verzweeg dat hij zelf de slang had losgetrokken. En waarom deed hij dit zijn familie aan? 'Om ons te kloten, le salaud,' klinkt het uit de mond van oom Filip.

          http://www.boeken.net/wbnliterair/index.asp

          Combinatiemogelijkheden


          met object


          • mensen kloten

          'Ik ga hier weg', zei ik [...]. 'Wel, ga dan weg', schetterde ma. 'Dat ik van dat lawaai af ben, dat lelijk lawaai. Hij doet het om mensen te kloten. Hij weet dat ik er niet tegen kan. En een mens mag er niets van zeggen, want meneer is nu de baas, meneer brengt het geld binnen.' Onversneden haat las ik in haar ogen.

          Bas, Annie Van Keymeulen,

          Wie softwarepakketten verkoopt heeft makkelijk praten. De laatste keren dat wij met elkaar hadden afgesproken was het of Marcel tegen een vreemde sprak, misschien wel tegen zichzelf. Want mensen moet ge kloten. Dit is wat mensen willen: ge verkoopt hun een stuk stront en ge maakt hen wijs dat ze met een goudstaaf naar huis gaan. Er was een tijd geweest dat ik met spijt in het hart afscheid nam van mijn vriend.

          Een studie in houdbaarheid, Harold Polis,

          Woordfamilie


          Als deel van een afleiding