knaak 1.0
(numismatiek en valuta; (vooral) in Nederland; informeel)
rijksdaalder
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een knaak…
is een munt; is een betaalmiddel; is een voorwerp
Algemene voorbeelden
"Een goede, gediplomeerde stemmer is goud waard, maar je bent nog een jonkie ... je moet eerst maar eens laten zien wat je kunt, ik kan je drie knaken per stembeurt betalen.''
Graait u maar in de bakken. Een gulden per stuk, drie voor een knaak.
Elke ochtend, met uitzondering van de zondag, ga ik de deur uit en om zes uur kom ik er weer in. Pakkie brood op zak. Paar knaken in m'n beurs. En wandelen - door Amsterdam, die grote stad.