knutselaar


knutselaar 1.0

iemand die houdt van knutselen; iemand die (graag) knutselt; ook: iemand die houdt van klussen; iemand die (graag) klust

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een knutselaar…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] houdt van knutselen
  • [Activiteit of handeling] knutselt graag

    Algemene voorbeelden


    Nico is een eersteklas knutselaar, zijn huis op de heuvel heeft hij eigenhandig gebouwd, ook dat weet ik van Joz.

    In liefdes naam, Greta Seghers,

    Volgens knutselaar H.P. hoeft domotica helemaal niet duur te zijn. Zijn hele systeem kostte niet meer dan 500 euro. Moeilijk? Ben je mal. 'Kun je een stopcontact aanleggen, dan kun je ook domotica installeren.'

    de Volkskrant,

    Een verschil met contant geld is dat een Proton-kaart veel moeilijker na te maken of te vervalsen is. "We zijn ervan overtuigd dat er nooit een knutselaar in zijn garage in zal slagen om de kaart te "kraken" of ze zelf bij te laden", verwacht Wim Philippe van de Kredietbank - een van de banken die samen het Proton-project hebben opgezet.

    De Standaard,

    De principes achter deze apparaten zijn uiteraard ook van toepassing op de thuisbrouwerij. Voor techneuten en knutselaars kan het een uitdaging zijn om een dergelijk apparaat op schaal na te bouwen, maar of het de brouwefficiëntie en de kwaliteit van het zelfgebrouwen bier ten goede komt?

    NRC,

    'Wat moet zo'n heer nu met zo'n plank?' vroeg meneer Dorff zich af. 'Aucune idée,' zei mevrouw Dorff, die van zichzelf een meisje Périer was, van Franse komaf, en het aardig vond om dat zo nu en dan te laten blijken. 'Misschien is het een knutselaar en wil hij thuis iets timmeren.'

    Het damesorkest en andere stadsverhalen, Herman Pieter de Boer,

    Combinatiemogelijkheden


    met koppelwerkwoord


    • een knutselaar zijn

    "Ik heb ook een hekel aan termen als ontwerper, of erger nog, designer. Ik ben gewoon een knutselaar."

    http://www.delta.tudelft.nl/jaargangen/32/3/schijn.html,

    met adjectief ervoor


    • een echte knutselaar

    Er zijn de laatste jaren ook katten in kitvorm verkrijgbaar (KAT-E-KI ), voorzien van een handleiding die zelfs een volslagen leek in staat moet stellen om een goed functionerende kat te maken. Een echte knutselaar zal er niettemin de voorkeur aan geven om zijn eigen ontwerp te volgen en te werken met geïmproviseerd materiaal: toevallige vondsten uit de keukenla, de naaimand en de surpluswinkel.

    De zelfgebouwde kat, Rudy Kousbroek,

    • handige knutselaars

    De Meppeler Courant van 1 juli 1941 maakte melding van het feit, dat verschillende jeugdige stadgenoten een bon kregen wegens het dragen van uitgezaagde dubbeltjes en dergelijke. Handige knutselaars hebben destijds heel wat dubbeltjes en kwartjes ontdaan van de beeltenis van koninging Wilhelmina en haar 'kopje' voorzien van een draagspeld.

    Meppeler Courant,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    knutselaar 2.0

    (pejoratief)

    iemand die ongeschikt is in het uitvoeren van een kunst of ambacht; prutser

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een knutselaar…

    is een persoon

    • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is ongeschikt in het uitvoeren van een kunst of ambacht

      Algemene voorbeelden


      De wettelijke regeling is vooral bedoeld om de consument te beschermen tegen allerlei charlatans of "fiscale knutselaars". Nu mag immers iedereen die daar zin in heeft, een bordje op de deur hangen met ronkende titels zoals fiscalist, fiscaal expert of belastingadviseur.

      De Standaard,

      Kan Kuifje, de handelende factor in de vertellingen, ooit een probleem oplossen zonder aanwezigheid van J&J? Nee. De immer in de rouw gestoken knutselaars, de eeuwig potsierlijke miskleuners dragen wel degelijk materiaal aan, hoe onhandig ook: gegevens die door Kuifje verwerkt worden terwijl hij zich door zijn avonturen denkt en slaat. Zonder idioot gedrag komt de mens er kennelijk niet (waar hij dan ook dient te komen), en vandaar dat de domme dubbelfiguur in het werk van de geniale Hergé (een Belg, laten we dat niet vergeten) onmisbaar blijkt.

      De doosjesvuller en andere vondsten, Janwillem van de Wetering,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding