koeken


A - Als werkwoord

koeken 1.0

een samenhangende, zich meestal ergens op vasthechtende massa of laag vormen; tot een koek worden

Semagram (extra betekenisinformatie)


Koeken…

is een gebeurtenis of een toestand

  • [Gevolg of resultaat] geeft als resultaat een samenhangende, zich vasthechtende massa, vaak met de vorm van een laag

    Combinatiemogelijkheden


    met voorzetselgroep


    Voorzetsel: aan

    • koeken aan elkaar
    • koeken aan iets

    Ik ben daar toen in een verschrikkelijke sneeuwstorm terechtgekomen. De wind woei verschrikkelijk hard, de ijspegels koekten aan mijn gezicht, het was ongelooflijk koud, en ik zag helemaal niks meer.

    Scènes op het werk, Paul Desmedt,

    Ik [...] probeerde met het dunne mespuntje de bladzijden van elkaar te scheiden. Ik hoorde het scheuren van papier en trok het mesje verschrikt terug. Alle bladzijden zaten muurvast aan elkaar gekoekt.

    Verbroken zwijgen, J. Bernlef,

    Voorzetsel: op

    • koeken op iets

    Langs diezelfde weg die wij dikwijls volgden stond ook een "Meihuisje". Zo een onooglijk onderkomentje, een stulpje van een paar vierkante meter groot, belegd met plaggen waarop mos en donkerkruid koekte. Dat mos was doelbewust op het primitieve dak gepland om een beschermend warmtekussen te vormen tijdens de winter.

    De lange geboorte, Lut Ureel,

    Woordfamilie


    Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    B - Als zelfstandig naamwoord

    koeken 1.0

    ((vooral) in België)

    kleur in het kaartspel, een op zijn punt staande rode ruit; ruiten; ook: een ruitenkaart

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een koeken…

    is een speelkaartkleur

    • [Vorm] had vroeger als figuur niet een ruit maar een maantje, zoals een koekje

      Algemene voorbeelden


      Met veel geroep en getier werden de kaarten in de kring op de grond gegooid. Leonardo diCaprio en Kate Winslet, die de achterkant sierden, werden vervloekt, uitbundig gekust of achteloos weggegooid. Ruiten troef. Ponzal liet me samenzweerderig haar kaarten zien, het mens had ocharm één sterke kaart. ,,Koeken tien'', fluisterde ik in haar oor. Ze draaide zich om en herhaalde feilloos ,,Koeken tien.''

      De Standaard,

      Wie kaart, heeft de ruiten acht – of de "koeken acht" – al meermaals zien passeren, wellicht zonder iets vreemds op te merken. Eén geheim hebben talloze mensen echter altijd over het hoofd gezien. Op de kaart van de ruiten acht staat immers een derde acht verstopt. Het is een gewone foto van een ruiten acht, die razendsnel viraal gaat op Twitter.

      Het Nieuwsblad,

      Vijftien fascinerende verhalen over mensen en hun levens. Zo schuilt achter een tatoeage van een koeken tien (ruiten tien) het drama van een jonge vrouw die klaarstond voor anderen in nood maar uiteindelijk zelf een eind aan haar leven maakte.

      Algemeen Dagblad,

      "Vorige week zondag zat ik te kaarten in café De Smisse, toen Walter Bruinzeels plots koekens op tafel smeet. Het waren nochtans piekens troef, en ik had net klavers gevraagd. Ik kan tegen veel, maar niet tegen zulke stommiteiten", zegt Theofiel. "Ik heb Walter dus een patat op zijn oog gegeven, en heb de kaarten weggesmeten."

      ANW pluscorpus, lemma koeken,

      Woordfamilie


      Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen