kooplust 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Kooplust…
is lust
- [Toepassingsgebied of bereik] betreft de lust om iets te kopen
Hoofdsemagram: lust
Algemene voorbeelden
Consumptie blijft stijgen. De kwakkelende economie zet geen rem op de kooplust van de Nederlanders.
De kooplust van Japanse beleggingsfondsen duwde de Nikkei-index in Tokyo 177,95 punten of 0,88 procent hoger naar 20.379,82.
'Zondagslust' in Gorinchem. Nee, deze titel is geen Chinese verbastering, dit gaat over de zondagse lusten. Ik bedoel kooplusten. Wat u verder op die rustdag uitspookt aan genot is aan u en niet aan de politiek. De kooplust is dat wel, en hoe!
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- de kooplust aanwakkeren
- de kooplust prikkelen
Vrolijk gekleurd voedsel mag mensen aanspreken en de kooplust prikkelen, maar dwergkonijnen vinden het niet lekkerder; koop het daarom niet!
De nieuwsgierigheid van de bezoekers wordt aangescherpt, de kooplust aangewakkerd.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- ongebreidelde kooplust
Kalle Lasn, directeur van Media Foundation die de "Buy Nothing Day'' mee organiseert, hoopt dat vrijdag ten minste honderdduizend mensen [...] zullen strijden tegen de ongebreidelde kooplust die zorgt voor heel wat milieu- en sociale problemen.