koter 1.0
(informeel; pejoratief. Het woord wordt vaak gebruikt voor kinderen die lastig, vervelend of hinderlijk bevonden worden.)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een koter…
is een persoon
- [Leeftijd] is nog jong
- [Toestand algemeen] wordt nog verzorgd en opgevoed door zijn ouders
- [Waardering] wordt vaak opgevoerd als een last of een hinderpaal voor de ouders of voor de omgeving
Algemene voorbeelden
Hun verontrusting gold de openhartige wijze waarop sommige Zweedse kleuterscholen seksuele voorlichting geven. Voor kleuters van drie tot vijf jaar zijn daar seksueeltechnische handboekjes over het maken van baby's, met afbeeldingen die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. Sommige scholen beschikken zelfs over zogenoemde knuffelkamers, waar de koters, na de les seksuele voorlichting, in Adamkostuum met elkaar kunnen dollen.
Combinatiemogelijkheden
met telwoord ervoor
- drie koters
- twee koters
Ze is niet veel ouder dan onze meisjes: drieëntwintig, helaas al met twee koters aan haar rokken. Ik houd niet zo van kinderen.