laatst 1.0
(Het betreft de overtreffende trap van laat.)
kort geleden; onlangs
Algemene voorbeelden
Laatst hadden we het over nestkasten voor kerkuilen. Iemand zei dat die ook wel worden benut door torenvalken.
"Laatst zat Ad Visser in Pauw met het project dat hij deed met ons en Noorderzon: dat had helemaal geen effect."
De vlijtige liesjes in de vensterbank, waar ze laatst met smaak van heeft zitten eten, laten hun kopjes hangen.
Combinatiemogelijkheden
met bijwoord
- laatst nog
"Laatst nog schreeuwde een groep mannen dat ze ons kwamen halen, dat er vier bussen onderweg waren om iedereen te deporteren naar Afghanistan."