leperd


leperd 1.0

iemand die leep is; leep persoon

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een leperd…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is leep; wordt leep gevonden

    Algemene voorbeelden


    Reeds van ver zie ik dat een auto voor onze deur staat, een vertrouwde zwarte Ford, die van Albert Pelckmans [...]. Vriend Bert mag dus nog met zijn wagen rijden, vindt nog olie en benzine. Dat hij een leperd is weet ik al lang; zich niet zal verbranden eveneens.

    Verbannen in het vaderland, Karel Jonckheere,

    De oudste Abdallah zei zalvend dat men nooit voorzichtig genoeg kon zijn, de leperd, hij kende de snobistische melkmuilen uit het moederland, waarschijnlijk verachtte hij hen net zozeer als ik.

    De stoelendans, Paul Koeck,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding