lezenswaard 1.0
Algemene voorbeelden
Anyway, ik vond dit nog in de NY Times. Zeer lezenswaard!
Overdreven verwachtingen omtrent zijn boekje wekt Bosman terecht niet. Toch bieden zijn beschrijvingen van de moeizame besluitvorming en van de eindeloze praktische problemen met ontbrekende bouwmaterialen, dronken werklieden en lekkende onderkomens op zijn minst aardige voetnoten bij de grote lijnen van de koloniale geschiedenis. Als zodanig is Bosmans studie beslist lezenswaard.
Hoewel de auteur een goede beschrijving geeft van de venen, zijn vooral de hoofdstukken waarin hij de veenlijken "tot leven brengt", meer dan lezenswaard.
Op de website van de schrijfster staat het portret van de mooie schrijfster dat ook de achterflap van haar boek siert, naast links naar de goedgeschreven en zeer lezenswaarde essays Laat moslimmánnen hoofddoek dragen en Het individu prevaleert boven de gemeenschap.
Het boek was meer dan een eeuw tevoren geschreven door Bartholomeus Anglicus en is nu nog lezenswaard voor wie wil weten wat de ontwikkelde leek in die tijd wist over "alles".
Deze tekst is vooral lezenswaard omdat hier een gechargeerd, maar toch onthullend beeld wordt opgehangen van het vroege christendom.
In 1867 ging hij met pensioen om zich voltijds aan het auteurschap te wijden. In totaal schreef hij 47 romans waaronder de Barsetshire-reeks over het fictieve graafschap Barset en een reeks over de politicus Plantagenet Palliser. We noemen nog het zeer lezenswaarde The Way We Live Now.
Beide heren hielden een dagboek bij en zoals Johnson voornamelijk bekend is door de biografie die Boswell over hem schreef, zo is ook dit dagboek alleen lezenswaard als je dat van Boswell als ironisch commentaar ernaast legt.
De opeenvolgende permanent secretarissen lieten zich volgens hem door hun eigen smaak leiden als ze de criteria bepaalden die werden gehanteerd bij de keuze van de Nobelprijs [...]. Alsof het al niet erg genoeg is dat maar liefst veertien Scandinavische schrijvers de prijs gewonnen hebben, terwijl van hen alleen Knut Hamsun lezenswaard is, werd Erik Axel Karlfeldt in 1931 postuum bekroond.
Geheel naar diens werkwijze vermeldt Beishuizen, al dan niet instemmend, een overvloed van auteurs en kanttekeningen bij de vele thema's die Galbraith heeft aangesneden in zijn trilogie en overig werk, waarvan ik The Great Crash, 1929 uit 1954 nog steeds lezenswaard vind.
En waarom zou de Amerikaan van vandaag Hawthorne zo lezenswaard vinden?